4. Stel de wijzer voor de voorinstelling van de zaaghoek in op de gewenste hoek.
Drie voorinstellingen zijn mogelijk: 22,5°, 45° en 56°.
5. Zwenk de grondplaat tot de aanslag.
6. Zet de spanhendel voor de zaagdiepte-instelling vast.
5.6
Aftekenlijnindicator
Bij de voorste grondplaat van de cirkelzaag bevindt zich, zowel voor rechte als voor schuine zaagsnedes,
een aftekenlijnindicator (0° en 45°). Hiermee kan afhankelijk van de gekozen zaaghoek heel nauwkeurig
worden gezaagd. De aftekenkant komt overeen met de binnenkant van het zaagblad. Een aftekenindicator
bevindt zich aan de voorste uitsparing voor het zaagblad.
5.6.1
Zagen langs de aftekenlijn
Borg het werkstuk tegen verschuiven.
U dient het werkstuk zo te situeren dat het zaagblad eronder vrij loopt.
Zorg ervoor dat de aan-/uitschakelaar op het product is uitgeschakeld.
Plaats de cirkelzaag met de grondplaat zo op het werkstuk dat het zaagblad nog geen contact met
het werkstuk heeft.
1. Schakel de cirkelzaag in.
2. Leid de cirkelzaag in het geschikte werktempo langs de aftekenlijn door het werkstuk.
5.7
Zagen met parallelaanslag
Met behulp van de eenarmige parallelaanslag kunnen exacte zaagsnedes langs een rand van het werkstuk
worden uitgevoerd of isometrische lijsten worden gezaagd. De parallelaanslag kan op beide zijden van de
grondplaat worden gemonteerd.
5.7.1
Parallelaanslag monteren/instellen
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Schuif de geleiding van de parallelaanslag onder de klembout.
3. Stel de gewenste zaagbreedte in.
4. Draai de klembout vast.
5.8
Zagen met geleiderail.
Door met de geleiderail te zagen kan het risico van een terugslag worden verminderd.
5.8.1
Cirkelzaag in de geleiderailadapter aanbrengen / uit de adapter verwijderen
1. Verwijder een eventueel gemonteerde parallelaanslag.
2. Breng de grondplaat in de voorste bevestigingsnok van de geleiderailadapter aan.
3. Plaats de grondplaat achter volledig in de geleiderailadapter. De grondplaat moet bij de achterste
bevestigingsnok volledig vergrendelen.
4. Om de cirkelzaag te verwijderen trekt u de achterste bevestigingsnok iets naar achteren en neemt u de
zaag uit de geleiderailadapter.
5.8.2
Langszagen bij 0°
▶ Plaats de cirkelzaag met de groef van de geleiderailadapter op de nok van de geleiderail.
5.8.3
Langszagen bij hoeken tot 56°
▶ Leid de cirkelzaag met de buitenkant van de geleiderailadapter langs de nok van de geleiderail, omdat
het zaagblad anders met de geleiderail in botsing komt.
5.8.4
Tweedimensionale hoekzaagsnedes
De weergegeven zaaghoek laat zien met welke hoek de zaagsnede van een exact rechthoekige
zaagsnede afwijkt.
2021356
*2021356*
6
7
Nederlands
29