BIJVULLEN
De brandstoftank met de op het plaatje met technische
gegevens aangegeven brandstof bijvullen (Diesel, fig.
4).
Vermijden dat de tank leeg raakt tijdens het functioneren,
om de dieselpomp niet te beschadigen.
Het kan gevaarlijk zijn om verkeerde brandstof
te gebruiken.
WATERAANSLUITING
Voeding:
De toevoerslang op het toevoerverbin-dingsstuk op de
machine (fig. 5, pos. 1) en op het waterleidingnet
(maximale druk 200 bar). Indien geen netvoeding
beschikbaar is, is het mogelijk de watervoorziening uit
ongeacht welke bron met positieve druk of zonder druk
te halen.
Fig.4
Fig.5
49