Schaapscheermachine GT 494 en scheerkop GT 369
4. Bediening
Controleer voor u de machine aansluit en inschakelt of de
netspanning met de nominale spanning overeenstemt (zie
typeplaatje)!
De in- en uitschakeling gebeurt met één hand door middel van de
schuifknop 51 in het midden (zie afbeelding).
OPGELET
Laat de machine nooit zonder correct gemonteerde messen
draaien!
Trek voor reparaties en onderhoud altijd eerst de stekker uit het
stopcontact!
Leg de machine alleen op een droog oppervlak neer en bewaar
ze op een droge plaats!
Opmerking
De overbelastingsschakelaar schakelt de machine uit bij overmatige
mesdruk, blokkering van de scheerkop of defecte motor. Daarbij springt
de overbelastingsschakelaar achteraan aan het motorhuis omhoog.
Trek de netstekker uit, controleer de machine en verhelp de oorzaak van
de uitschakeling. Na enkele minuten kan de overbelastingsschakelaar
met een druk op de knop achteraan aan de motor opnieuw
ingeschakeld worden.
5. Oliën van de scheerkop
Belangrijk
Alleen bij draaiende machine oliën!
Dompel de machine en scheerkop nooit in een vloeistof onder!
Gebruik lichte smeerolie (zie tabel onderdelen scheerkop GT 369) of
in de handel verkrijgbare motorolie SAE 20.
Smeerpunt A (excenterlager) elke 2 uur 5-10 druppels olie.
Smeerpunten B en C elke 15 minuten 5-10 druppels olie.
Messen 1 en 2 per dier rijkelijk oliën (zie afbeelding).
6. Invetten van de scheerkop
Gebruik alleen tandwielvet GT 605!
1-2 keer per scheerseizoen:
Ca. 1cm vet op twee tegenover elkaar liggende plaatsen van het
tandwiel 10 aanbrengen. Scheerkop verwijderen zie punt 9.
Stelschroef 8 en druklagerhuls 25 van binnen invetten.
Veerbrugassen 3 en 5 invetten.
7. Verwisselen van de messen
Trek eerst de stekker uit het stopcontact!
Verwissel het bovenmes 2 2-3 keer per ondermes 1.
Draai de stelschroef 8 terug tot u het 2 onder de veerbrugarmen 3
en 5 uit kan trekken (zie afbeelding).
Breng vervolgens het nieuwe mes aan en let erop dat de punten D
van de beide veerbrugarmen 3 en 5 en de nokken E van de
veerbrughouder 4 precies in de uitsparing van het bovenmes vallen
(zie afbeelding).
Het ondermes 1 mag alleen verwisseld worden wanneer de
stelschroef 8 helemaal teruggedraaid is.
Draai daartoe de beide bevestigingsschroeven 9 los en trek het mes
er naar voren uit (zie afbeelding).
Bij de montage dient men erop te letten dat het ondermes 1
ca. 2 mm onder het bovenmes 2 uitsteekt (zie afbeelding).
Belangrijke opmerkingen
Wanneer de schapen voor het scheren zeer dicht bij elkaar gehouden
worden, wordt het wolvet zacht en soepel, waardoor de messen
makkelijker snijden.
Wanneer de messen na een scheerpauze of door verhard wolvet
verkleefd zijn, moeten ze gedemonteerd en in warm water gereinigd
worden.
Daarna moeten de messen grondig afgedroogd en geolied worden.
8. Regeling van de mesdruk
Voer deze instelling uit terwijl de machine draait.
Draai eerst de stelschroef 8 voorzichtig terug tot het bovenmes 2
niet meer op het ondermes 1 gedrukt wordt (hoog
transmissiegeluid, zie afbeelding).
Draai de stelschroef 8 nu aan tot de motor iets langzamer draait
(te controleren door transmissiegeluid).
Vermijd een te grote mesdruk. Anders zal de machine sterk
verhitten en sneller slyten.
= hoge snelheid = lage mesdruk = weinig
slijtage
27