2. Druk op de toetst Select wanneer de meter de minimumwaarde aangeeft. De
gemeten waarde wordt weergegeven ---- en het STARTSTROOM-symbool.
3. Schakel de elektrische apparatuur in om de tijdelijke startstroom te meten. De
meter is in het hoogste meetbereik vergrendeld.
4. Houd de toets Select 1 seconde ingedrukt om de stootstroommodus af te
sluiten.
Weerstandmeting
1. Steek de rode testkabel in de aansluiting VΩHz en de zwarte testkabel in de
aansluiting COM.
2. Zet de draaischakelaar in de stand Ω.
3. Druk op de toets Select en selecteer de weerstandsfunctie. Op het scherm
wordt Ω weergegeven.
4. Sluit de testkabels aan over het te meten object. De gemeten waarde wordt
weergegeven op het scherm.
NB
• De testkabels kunnen een afwijking van 0,1 Ω tot 0,3 Ω veroorzaken in de
weerstandmeting. Als u een nauwkeurige meting wilt verrichten van een lage
weerstandswaarde, namelijk in het 200 Ω-bereik, sluit u eerst de
ingangsaansluitingen kort en noteert u de verkregen waarde. Dit is de weerstand
die wordt toegevoegd door de testkabels.
• Op het scherm wordt OL weergegeven als het circuit onderbroken is of als de
weerstandswaarde groter is dan de bovengrens van het meetbereik.
(zie afb. 1)
65
Nederlands