bort medical 054 300 Manual De Instrucciones página 31

1
Zet de voet op de grond. Leg de trekbanden A en B aan de buitenkant en
trekband C aan de binnenkant van de voet op de grond.
2
Sluit nu de klittenbandsluitingen op het onderbeen in de volgende
volgorde:
– De onderste van de drie sluitingen eerst.
– In de volgende stap de sluiting aan de bovenste rand.
– Tot slot de sluiting die zich in het midden bevindt.
Pas indien nodig de trek van de sluitingen op het onderbeen van de voethef-orthese
nogmaals aan om een aangename, maar toch stabiele zit van de voethef-orthese op
het onderbeen te bereiken.
3
Schuif het onderbeen en de knie zo ver mogelijk naar voren. Ideaal is
een hoek van de voet van 20 tot 30° met het onderbeen. Trek band A
eerst loodrecht omhoog, daarna onder trek schuin over de voetrug en boven de
binnenkant van de enkel om het onderbeen. Plak de trekband vast op het stuk
klittenband dat aan de achterkant is aangebracht.
4
Trek de niet-elastische trekband B aan de buitenkant van de voet onder trek
naar boven. Trek daarbij de buitenrand van de voet met de band iets omhoog.
Bevestig band B dan op het stukje klittenband van de voethef-orthese.
Belangrijk: Trekband B moet loodrecht naar boven verlopen. Deze band stabiliseert
de enkel en moet voorkomen dat de enkel bij het lopen zwikt.
5
Hierna sluit u trekband C. Trek band C eerst loodrecht omhoog, daarna
onder trek schuin over de voetrug en boven de buitenkant van de enkel om
het onderbeen. Daarna plakt u trekband C vast op het stuk klittenband dat aan de
achterkant is aangebracht, boven op trekband A. Plak trekband C indien mogelijk
als een dakpan op het klittenband van trekband A om beschadiging van de kous te
voorkomen.
NL
31