Montage/demontage (afb.
/afb.
d
b
Montage/demontage bij de HG 2620 E
(afb. 2)
1. De HG 2620 E uitschakelen en de stekker uit
het stopcontact trekken.
2. Schroeven aan de zijkant van de bescherm-
buis losdraaien en de beschermbuis wegha-
len. Vervolgens de afdekkap verwijderen.
3. De beschermbuis en de HG Scan PRO aan
elkaar maken.
4. De beschermbuis met de HG Scan PRO op
de HG 2620 E steken en de schroeven aan
de zijkant vastdraaien.
5. De HG 2620 E met HG Scan PRO is bedrijfs-
klaar. De afdekkap bewaren voor het geval
de HG Scan PRO weer wordt afgenomen.
Ingebruikname
1. De HG Scan PRO op het heteluchtpistool
plaatsen,
en
.
b
d
2. Door op de toets ON/OFF (4) te drukken
wordt de HG Scan PRO ingeschakeld.
Zolang de HG Scan PRO ingeschakeld
is, verschijnt op het display van het he-
teluchtpistool het bedrijfssymbool (5). De
HG Scan PRO wordt na het inschakelen
m.b.v. de bedieningselementen van het
heteluchtpistool bediend. De HG Scan PRO
beschikt over een Memory-functie. Als hij bij
het laatste gebruik actief was, schakelt hij na
de volgende keer inschakelen van HG 2620
Temperatuurregistratie (afb.
)
e
n Het registratiepunt ligt 10 cm voor het
uitblaasmondstuk van het heteluchtpistool
met een grootte van ca. 2 cm (snijpunt van
de twee laserstralen). Een verkleining/ver-
groting van de afstand kan tot afwijkingen in
de resultaten leiden.
Om nauwkeurige resultaten te bereiken moet
n
het te registreren object groter zijn dan het
registratiepunt. Het beste is wanneer het te
registreren object minimaal dubbel zo groot
is als het registratiepunt.
Door transparante oppervlakken als glas kan
n
de HG Scan PRO de oppervlaktetempera-
tuur niet meten. In plaats daarvan registreert
de HG Scan PRO de oppervlaktetempera-
tuur van het glas.
)
Montage/demontage bij de HG 2520 E
(afb. 4)
1. De HG 2520 E uitschakelen en de stekker uit
het stopcontact trekken.
2. De voorste schroeven van de beschermbuis
losdraaien en de beschermbuis weghalen.
Vervolgens de afdekkap verwijderen.
3. De HG Scan PRO op de HG 2520 E plaatsen.
4. Vervolgens de beschermbuis weer terug
plaatsen en de voorste schroeven vastzetten.
5. De HG 2520 E met HG Scan PRO is bedrijfs-
klaar. De afdekkap bewaren voor het geval
de HG Scan PRO weer wordt afgenomen.
automatisch in. Anders blijft hij inactief tot
hij door het indrukken van ON/OFF (4) wordt
ingeschakeld.
3. Bij de eerste inschakeling is het apparaat
ingesteld op de fabrieksinstellingen:
temperatuur = 150 °C / 300 °F,
luchtstand 5,
alarmtolerantieniveau = 10 °C / 50 °F.
reflectie-gevoeligheidsgraad = 0,90,
akoestisch signaal AAN.
4. De temperatuur en luchthoeveelheid is af-
hankelijk van het materiaal en de beoogde
toepassing. Gelieve altijd eerst een test uit
te voeren op een onopvallende plek.
n Mondstukken die de lucht omleiden of door
hun lengte het registratiebereik beinvloeden
kunnen niet worden gebruikt met de
HG Scan PRO.
Bij glanzende objecten kan het meetresultaat
n
vervalst worden.
De HG Scan PRO moet aan de omgevings-
n
temperatuur zijn aangepast om nauwkeurige
resultaten te krijgen. Dat geldt ook in geval
van een verandering van standplaats.
Na een langdurig gebruik met hoge tem-
n
peraturen kan de HG Scan PRO zelf opwar-
men waardoor afwijkende meetresultaten
ontstaan.
- 28 -
Instellingen
a)
nstellingen
I
De volgende instellingen kunnen worden
uitgevoerd:
Direct:
• Temperatuur instellen
Via het instelmenu:
• Luchthoeveelheid: 150-600 l/min.
• Alarmtolerantieniveau: 10/20 °C, 50/70 °F
• Reflectie-gevoeligheidsgraad: 0.10-0.99
• Audio ON/OFF
De temperatuurwaarde wordt rechtstreeks met
de joystick ingesteld. Hierbij wordt de joystick
naar rechts of links bewogen om de tempera-
tuur hoger of lager in te stellen.
Met de toets voor de luchthoeveelheid komt u
in het instelmenu van de HG Scan PRO, waar
u nog meer kunt instellen. De programma's
kunnen met de programmatoets worden opge-
roepen. Zie hiervoor het hoofdstuk 'Program-
mawerking'.
1. Door op de toets van de luchthoeveelheid
te drukken, wordt de luchthoeveelheid
ingesteld. Tijdens de instelling knippert het
symbool voor de luchthoeveelheid (10) op
het display. Beweeg de joystick naar rechts
of links om de luchthoeveelheid te verhogen
of verlagen. Wanneer de waarde ongewij-
zigd overgenomen moet worden, kunt u
doorgaan met 2.
2. Door opnieuw op de toets voor de lucht-
hoeveelheid te drukken, wordt de reflec-
tie-gevoeligheidsgraad ingesteld. Tijdens
het instellen van de reflectie-gevoeligheids-
graad, verschijnt de letter (8) 'E' op het
display. Beweeg de joystick naar rechts of
links om de reflectie-gevoeligheidsgraad te
verhogen of verlagen. Zie voor meer infor-
matie hierover het hoofdstuk 'Reflectie-ge-
voeligheidsgraad'. Wanneer de waarde
ongewijzigd overgenomen moet worden,
kunt u doorgaan met 3.
3. Door opnieuw op de toets voor de lucht-
hoeveelheid te drukken, wordt het alarmto-
lerantieniveau ingesteld. Tijdens het instel-
len van het alarmtolerantieniveau, verschijnt
de letter (7) 'L' op het display. Beweeg de
joystick naar rechts of links om het alarmto-
lerantieniveau te verhogen of verlagen. Zie
voor meer informatie hierover het hoofdstuk
'Alarmfunctie'. Wanneer de waarde onge-
wijzigd overgenomen moet worden, kunt u
doorgaan met 4.
4. Door opnieuw op de toets voor de lucht-
hoeveelheid te drukken, wordt het akoesti-
sche signaal ingesteld. Tijdens het instellen
van het akoestische signaal, verschijnt de
letter (7) 'A' op het display. Beweeg de
joystick naar rechts of links om het akoesti-
sche signaal in of uit te schakelen. Wanneer
de waarde ongewijzigd overgenomen moet
worden, kunt u doorgaan met 5.
5. Door opnieuw op de toets voor de lucht-
hoeveelheid te drukken, wordt het instel-
menu verlaten. De HG Scan PRO begint
meteen met de temperatuurregistratie.
b) Programmawerking
Er zijn af fabriek vier programma's voor de
meest uitgevoerde werkzaamheden ingesteld.
Door op de programmatoets te drukken, ver-
schijnt het cijfer (7) 1 voor programma 1 op het
display. Door nogmaals op de programmatoets
te drukken, verschijnen de cijfers (7) 2-4 voor
de programma's 2-4. Door opnieuw te druk-
ken komt u weer terug bij normaal bedrijf. Bij
normaal bedrijf staat er geen cijfer (7) op het
display.
c) Geheugenfunctie
De waarden van de vier programma's kunnen
altijd veranderd en opgeslagen worden. Druk
daarvoor eerst op de programmatoets tot het
te veranderen programma wordt getoond. Stel
de gewenste temperatuurwaarde, de luchthoe-
veelheid en de reflectie-gevoeligheidsgraad in.
Het geheugensymbool op het display knippert
om aan te geven dat het gekozen programma
werd veranderd. Om deze instelling op te slaan
in het gekozen programma moet de program-
matoets ingedrukt worden gehouden. Het ge-
heugensymbool knippert nog ca. 2 sec. Als het
geheugensymbool blijft branden zijn de inge-
voerde waarden in het programma opgeslagen.
Het alarmtolerantieniveau en het akoestische
signaal kunnen in het normale bedrijf worden
gewijzigd en gelden dan voor alle programma's.
- 29 -