Gereedschap tot de aanslag in de gereedschaphouder
steken en bevestigingsschroef met 2,5 tot 3 Nm
aandraaien. Controleer na de montage of alle externe,
bewegende onderdelen niet tegen de vaststaande delen
kunnen botsen. Draaimoment van de bevestigingsschro-
even regelmatig controleren en eventueel aandraaien.
Het gereedschap mag niet meer dan 20 g wegen. De
schacht van het gereedschap mag max. 0,1 mm kleiner
zijn dan de nominale afmeting.
3.2 w
erkinstructies
3.2.1 z
Agen
Om te zagen, moet de steun om veiligheidsre-
denen gemonteerd en aangehaald zijn.
Om de steun te (de)monteren, schroef losmaken, steun
inschuiven en schroef weer aandraaien. Met de steun
wordt de snijdiepte ingesteld en worden vibraties van het
werkstuk voorkomen. Om de positie van de steun te ve-
randeren, de schroef alleen losdraaien (halve omwente-
ling), de gewenste afstand manueel instellen en de schro-
ef weer aandraaien.
Bij de slaginstelling de maximale slag op de draairing in-
stellen. Om te zagen, de machine slechts licht aandruk-
ken. Voor metaal gepaste smeermiddelen gebruiken.
3.2.2 v
,
,
ijlen
ontbrAmen
Polijsten en lePPen
Afhankelijk van het gereedschap en het werkstuk de
slaglengte en slagfrequentie instellen zoals beschreven.
Bij het ontbramen de vijl tegen de braam trekken. Door
gepaste smeermiddelen te gebruiken, verbetert het re-
sultaat aanzienlijk.
3.2.3 i
nstelling slAgfrequentie
Door een vóór de machine geschakelde drukreduceer-
klep kan de slagfrequentie verminderd worden door de
druk te verminderen.
4. R
EPaRaTIE
4.1 P
reventief onderhoud
Vlakke geleiding dagelijks op slijtage con-
troleren en evt. vervangen. Dagelijks de
vlotte werking van de zuiger controleren.
Bij een onregelmatige werking van bewegende onder-
delen en geleiding met harsvrije olie conserveren. Enkele
druppels olie in de slang doen en de machine laten wer-
ken.
4.1.1 l
uchtAfvoerslAng vervAngen
Luchtafvoerslang loskoppelen en door nieuwe slang ver-
vangen.
4.1.2 g
ereedschAPhouder vervAngen
Schroef losmaken om de vingerbescherming te verwij-
deren. Gereedschaphouder tot de aanslag op de zui-
gerstang steken. Bevestigingsschroef met 2.5 tot 3Nm
aandraaien.
/o
NDERhouD
25