Informatie van het voorbeeld
Hij moest daarom een vermogen hebben dat groter was dan
dat van alle elektrische locs die tot dan toe in Duitsland wa-
ren gebouwd. Het consortium Krupp/AEG kreeg de leiding
over de E 50, die in het totaalprogramma voor de ontwikke-
ling van nieuwe elektrische eenheidslocs was ingebed.
De hoge vermogenseisen konden alleen worden vervuld
door belangrijke onderdelen royaal te dimensioneren ten
opzichte van andere elektrische eenheidslocs. Met name
de transformator en de ventilatoren nemen bij de E 50 meer
plaats in. Om de asbelasting van 21 ton niet te overschrijden,
was het noodzakelijk om drieassige draaistellen in te
bouwen. De lange draaistellen vereisten weer een langer
stavenframe, zodat de E 50 circa 5 meter langer is dan de
E 10/E 40.
De inbedrijfstelling van de eerste locs vond plaats in april
1957; de laatste E 50 werd in juli 1973 aan het bedrijf gele-
verd. In totaal werden 194 locs gebouwd.
De technische voortuitgang viel na de eeuwwisseling met
de inbedrijfsstelling van de elektrische locs van de
series 152 en 185 ook niet stil voor de E50/150. In 2003 werd
de laatste 150 buiten dienst gesteld. Er zijn slechts twee
exemplaren als museumlocomotief voor het nageslacht
bewaard gebleven.
4