FLAT S
leiding in was aangebracht, hermonteer de kabelwartel op het zijpaneel,
breng de kabels aan en sluit ze op het klemmenbord aan.
- hermonteer de leiding voor (6 schroeven)
- sluit de ongebruikte gaten met condenswerend materiaal af.
OPMERKING: de elektrische bedrading moet altijd aan de zijde tegenover
de zijde met de wateraansluitingen zijn aangebracht.
Sluit de wateraansluitingen van de warmtewisselaar en de condensafvoer,
wanneer het geval dat het apparaat in een koelfase werkt, aan.
Het wordt aanbevolen om de wateruittrede aan de onderzijde van de
warmtewisselaar en de waterretourleiding aan de bovenzijde aan te brengen.
Laat de lucht uit de warmtewisselaar af met behulp van de ontluchtingsventie-
len (ringsleutel 10) die naast de wateraansluitingen van de warmtewisselaar
zijn aangebracht.
Om de condensafvoer vereenvoudigen dient de afvoerleiding minstens
3cm/m naar beneden te worden gedraaid. De afvoerleiding mag geen lussen
of afknellingen vertonen.
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Verricht de elektrische aansluitingen na de spanning te hebben afgekop-
peld. Leef daarbij de toepasselijke veiligheidsnormen en het schema van
afbeelding 6 en de desbetreffende legenda na.
Verifieer of de netspanning overeenstemt met de gegevens van het typeplaatje
van het apparaat.
De elektrische aansluitingen die met een stippellijn zijn aangegeven, moeten
door de installateur worden verricht.
Voorzie de voedingskabel van elke ventilatorconvector van een lijnschakelaar
(IL) met openingscontacten met een minimumafstand van 3mm en een
passende zekering (F).
In de elektrische schema's worden de volgende afkortingen gebruikt:
1
Aansluiting op bedieningspaneel (accessoire)
BK
Zwart = Hoge snelheid
BN
Bruin
BU
Blauw = Gemiddelde snelheid
NL
C
Schakelaar snelheid
CN
Fast-on connector
F
Veiligheidszekering, niet geleverd
IL
Lijnschakelaar, niet geleverd
M
Motor
MS
Microschakelaar FLAP luchtuittrede
RD
Rood = minimumsnelheid
SF
Operatie schakelaar
T
Thermostaat
TC
Fan stop thermostaat
WH
Wit = overdrachtslijn
S
Schakelaar ON-OFF
VK C
Gemotoriseerde 3-wegklep ON/OFF (accessoire)
koelcapaciteit
VK H
Gemotoriseerde 3-wegklep ON/OFF (accessoire)
warmtewisselaar
Sluit aan het einde van de installatie de kabel van de microschakelaar aan op
het klemmenbord, alvorens de omkasting op de basisunit aan te brengen.
Installeer aan het einde van de installatie het luchtfilter op de
luchtintrede en zet het met de geleverde centrale schroef vast (met een
kruiskopschroevendraaier van maximaal 8 cm lang).
6
FUNCTIONELE VERIFICATIE
Verifieer of het apparaat perfect waterpas is geplaatst en of de condens-
afvoer niet wordt afgesloten (door kalkaanslag, enz.).
Verifieer of het apparaat zo geïnstalleerd is dat de juiste luchtstroom
wordt gewaarborgd.
Controleer de afdichting van de wateraansluitingen (op de warmtewisselaar
FC66004073- 00
FC66004073- 00
De reproductie van deze handleiding, ook gedeeltelijk, is streng verboden
en de condensafvoer).
-
Controleer of de bekabeling goed is vastgezet (na de spanning te hebben
afgekoppeld).
-
Ga na of de warmtewisselaar volledig is ontlucht.
Hermonteer de omkasting.
Plaats de ventilatorconvector onder spanning en verifieer er de werking
van.
7
GEBRUIK
Raadpleeg de aanwijzingen van het als accessoire verkrijgbare bedie-
ningspaneel voor het gebruik van de ventilatorconvector.
De luchtstroom kan met de bovenste FLAP worden geregeld (naar boven of
naar beneden), maar ook aan de hand van de tweede rij louvres (naar rechts
of naar links ten opzichte van de verticale lijn), zie Afbeelding 7.
De bovenste FLAP kan ook gebruikt worden om de werking van de unit
de starten en te onderbreken: het sluiten van de flap komt overeen met de
onderbreking van de werking van de ventilator en eventueel van de regelklep
(zie de elektrische schema's van de optioneel verkrijgbare bedieningspanelen)
Afbeelding 8. Sluit de FLAP altijd wanneer het apparaat lange tijd niet gebruikt
wordt om te voorkomen dat stof in het apparaat terechtkomt.
Steek om veiligheidsredenen geen handen of voorwerpen in het lucht-
uittrederooster.
8
ONDERHOUD
Schakel om veiligheidsredenen het apparaat uit door de snelheidsscha-
kelaar op "Stop" en de lijnschakelaar op 0 (OFF) te draaien, alvorens het
apparaat te onderhouden of te reinigen.
Let buitengewoon goed op tijdens het onderhoud: bepaalde metalen on-
derdelen kunnen letsel veroorzaken; draag beschermende handschoenen.
De FLAT S-ventilatorconvectoren vereisen geen bijzonder onderhoud: een
periodieke reiniging van het luchtfilter is voldoende.
Om elke mechanische wrijving die de motor in het begin vertoont te elimineren,
is een inloopperiode van 100 bedrijfsuren nodig.
Verricht de eerste start op de maximale snelheid.
Om de correcte werking van de FLAT S-ventilatorconvectoren te waarborgen
dienen de volgende aanwijzingen te worden nageleefd:
-
het luchtfilter schoonhouden;
-
geen vloeistoffen in het apparaat gieten;
-
geen metalen onderdelen door het luchtuittrederooster duwen;
-
de luchtin- of luchtuittrede niet afsluiten.
Ga bij de start na een lange stilstand na of in de warmtewisselaar geen lucht
aanwezig is.
Verifieer of de condens correct wordt afgevoerd en of de ribben van de
warmtewisselaar niet door vuil worden afgesloten, alvorens het apparaat
voor het koelen te gebruiken.
Maak de ribben met perslucht of stoom op lage druk schoon, zonder de
ribben te beschadigen.
Goed en periodiek onderhoud betekent energie- en kostenbesparing.
REINIGING VAN HET LUCHTFILTER
42