NEDERLANDS
Draag een veiligheidsbril of een stofbril wanneer
u met dit apparaat werkt.
Maak gebruik van goede gehoorbescherming
wanneer u dit apparaat gebruikt.
Haal de accu altijd uit het apparaat voordat u
reinigings- of onderhoudswerkzaamheden gaat
R
uitvoeren.
Stel het apparaat niet bloot aan regen of een
hoge luchtvochtigheid.
Richtlijn 2000/14/EG gegarandeerd geluidsver-
mogen.
96
Functies
Dit apparaat heeft enkele of alle van de volgende functies.
1. Hoofdhandgreep
2. Hogedrukreiniger
3. Waterinlaat
4. Trekkervergrendeling
5. Accu‑vrijgaveknop
6. Accu
7. Aan/uit-schakelaar
8. Filter met snelsluiting (inbegrepen)
9. Lans voor snelsluiting hogedrukreiniger (inbegrepen bij
STZQDW1)
10. 5‑in‑1 Spuitmond (inbegrepen bij STZ5N1)
11. Zeepfles (accessoire STZSBSK3: Reinigingspakket)
12. Aanzuigslang (inbegrepen bij STZIHK2)
13. Slangconnector met snelsluiting (inbegrepen bij STZIHK2)
14. Vlotterbal (inbegrepen bij STZIHK2)
15. Tuinslangadapter (inbegrepen)
16. Korte lans (accessoire STZSW1)
17. Borstel (accessoire STZSBSK3: Reinigingspakket)
18. Wisser (accessoire STZSBSK3: Reinigingspakket)
19. Emmer (accessoire STZB1)
Accu opladen
STANLEY FATMAX‑laders zijn ontworpen voor het laden van
STANLEY FATMAX-accu's.
Steek de lader in een geschikt stopcontact.
u
Zet de accu stevig op z'n plaats. Het groene laadlampje
u
zal tijdens het laden blijven knipperen.
Wanneer het groene laadlampje blijft branden, is de accu
u
volledig opgeladen. U kunt de accu uit de lader halen of in
de lader laten zitten.
Laad accu's die leeg zijn zo spoedig mogelijk na gebruik
u
op, omdat anders de levensduur van de accu mogelijk
ernstig wordt bekort.
Accu's hebben de langste levensduur wanneer u ze niet
volledig ontlaadt.
48
(Vertaling van de originele instructies)
Aangeraden wordt de accu's na elk gebruik op te laden.
Diagnose van de accu door de lader
Deze lader is zo ontworpen dat bepaalde problemen die zich
kunnen voordoen met accu's of met de stroomvoorziening,
kunnen worden gedetecteerd. Problemen worden aangeduid
door middel van een LED die in verschillende patronen
knippert.
Slechte accu
De lader kan vaststellen dat een accu zwak is of beschadigd.
De LED knippert in een patroon dat op het label wordt aan-
geduid. Ziet u het lampje in dit patroon van een slechte accu
knipperen, ga dan niet door met het opladen van de accu.
Breng de accu terug naar het servicecentrum of naar een
inzamelpunt waar de accu kan worden gerecycled.
Hot/cold pack delay (vertraging hete/koude accu)
Wanneer de lader waarneemt dat een accu veel te warm of
veel te koud is, wordt onmiddellijk een Hot/Cold Delay gestart
en wordt het laden uitgesteld tot de accu een normale tempe-
ratuur heeft bereikt. Zodra dit het geval is, schakelt de lader
automatisch over op de stand Accu opladen. Deze functie
waarborgt een maximale levensduur van de accu. Het lampje
knippert in een patroon dat op het label wordt aangeduid.
De accu in de lader laten
U kunt de accu voor onbeperkte tijd in de lader laten terwijl
het LED‑lampje blijft branden. De lader houdt de accu volledig
opgeladen.
De lader heeft een automatische opwaardeerstand die de
afzonderlijke cellen in de accu van gelijke lading voorziet of de
lading ervan in evenwicht brengt zodat de accu optimaal kan
presteren.
Accu's moeten elke week worden opgewaardeerd of wanneer
de accu niet meer hetzelfde rendement geeft. Plaats, als u de
automatische opwaardeerstand wilt gebruiken, de accu in de
lader en laat de accu ten minste 8 uur in de lader zitten.
Belangrijke opmerkingen over laden
De langste levensduur en de beste prestaties kunnen
u
worden behaald als de accu wordt opgeladen bij een
temperatuur tussen 18 °- 24 °C. Laad de accu NOOIT op
in een luchttemperatuur lager dan +4,5 °C, of boven +40
°C. Dit is erg belangrijk en voorkomt ernstige schade aan
de accu.
De lader en de accu's zullen tijdens het laden misschien
u
bij aanraking warm aanvoelen. Dit is normaal en wijst niet
op een probleem.
Plaats de accu en de lader na gebruik niet in een warme
omgeving, zoals een metalen schuur of een niet-ge-
isoleerde aanhangwagen, laat ze op een koele plaats
afkoelen.