ONDERHOUD
M
ANIEREN OM HET WATER AF TE VOEREN
• Wanneer zich te veel condenswater in het toestel bevindt, stopt het toestel met werken
en verschijnt
(dit betekent RESERVOIR VOL, zoals aangegeven in de paragraaf hierna
ZELFDIAGNOSE). Dit betekent dat het condenswater moet worden afgevoerd door de
volgende procedures te volgen:
•
Manuele waterafvoer (Fig. 24)
1.
Haal de stekker van het toestel uit het stopcontact.
2.
Plaats een geschikt recipiënt (niet meegeleverd) onder de afvoertap (zie Fig. 24).
3.
Draai de waterafvoerdop los.
4.
Het water wordt afgevoerd en opgevangen in het recipiënt (niet meegeleverd).
5.
Eenmaal het water is afgevoerd, plaats de tap opnieuw op het uiteinde van de slang.
6.
U kunt het toestel opnieuw aanzetten.
•
Continu-waterafvoer (Fig. 25)
1.
Haal de stekker van het toestel uit het stopcontact.
2.
Draai de waterafvoerdop los. Hierbij kan het water er uit lopen. Voorzie dus een geschikt
recipiënt (niet meegeleverd) om het water in eerste instantie op te vangen.
3.
Sluit een waterafvoerslang van 2 meter lang (niet meegeleverd) aan (zie fi g. 25).
4.
Het water kan continu via deze slang worden afgevoerd, bijvoorbeeld in een emmer.
5.
U kunt het toestel opnieuw aanzetten.
Wateraf-
voeruitlaat
Waterafvoerdop
V.1.0
Wateraf-
voeruitlaat
Wateraf-
voerdop
Waterafvoerslang
58
OPMERKING
Vergewis u ervan dat de hoogte en het deel van de waterafvoerslang niet hoger liggen dan de
waterafvoeruitlaat aan de achterkant van het toestel. Zo niet kan het waterreservoir niet correct
worden afgevoerd (Fig. 26 en Fig. 27).
•
Tussentijdse waterafvoer
1.
Haal de stekker van het toestel uit het stopcontact.
2.
Open de dop voor tussentijdse waterafvoer. Hierbij kan het water er uit lopen. Voorzie dus
een geschikt recipiënt (niet meegeleverd) om het water in eerste instantie op te vangen.
3.
Sluit een waterafvoerslang van 2 meter lang aan (niet meegeleverd).
4.
Het water kan continu via deze slang worden afgevoerd, bijvoorbeeld in een emmer.
5.
U kunt het toestel opnieuw aanzetten;
Waterafvoerdop
OPMERKING
Vergewis u ervan dat de hoogte en het deel van de waterafvoerslang niet hoger liggen dan de
waterafvoeruitlaat aan de achterkant van het toestel. Zo niet kan het waterreservoir niet correct
worden afgevoerd.
59
Waterafvoerslang
V.1.0