De verstelling van de maaihoogte moet als volgt
worden uitgevoerd (zie fi g. 11):
1. De hefboom (A) naar buiten drukken.
2. De hefboom (B) op de gewenste maaihoogte
zetten.
3. De hefboom (A) loslaten en controleren of hij
goed vastzit in het arrêt.
Afl ezen van de maaihoogte
De maaihoogte kan in 6 trappen van 25-75 mm
ingesteld en aan de schaal (fi g. 11/C) afgelezen
worden.
Gebruik van de mulchadapter (fi g. 10)
Bij het mulchen wordt het maaigoed in de geslo-
ten behuizing van de maaier verkleind en terug
over het gazon verdeeld. Het opnemen en het
verwijderen van het gras valt weg.
Aanwijzing! Mulchen is slechts mogelijk bij rela-
tief kort gazon.
Waarschuwing!
De mulchspie mag enkel bij afgezette motor en
afgetrokken veiligheidsstekker erin worden gezet.
Om de mulchfunctie te gebruiken hangt u de
vangzak uit en schuift u de mulchadapter (fi g. 10/
pos. 23) in de uitwerpopening en sluit u de uitwer-
pklep.
Laden van de accu (fi g. 12a)
1. Accupack uit het apparaat nemen. Daarvoor
de zijdelingse grendelknop indrukken.
2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het
typeplaatje overeenstemt met de beschikbare
netspanning. Steek de netstekker van de
lader (19) in het stopcontact. De groene LED
begint te knipperen.
3. Steek de accu (14) op de lader (19).
4. Onder punt „Indicatie lader" vindt u een tabel
met de betekenissen van de LED-indicatie
aan de lader.
Tijdens het laden kan de accu wat warm worden.
Dit is echter normaal.
Mocht het laden van de accupack niet mogelijk
zijn, controleer dan
•
of aan het stopcontact de netspanning voor-
handen is
•
of een foutloos contact aan de laadcontacten
voorhanden is.
Anl_GE_CM_43_Li_M_SPK7.indb 90
Anl_GE_CM_43_Li_M_SPK7.indb 90
NL
Indien het laden van het accupack nog altijd niet
mogelijk is, breng dan
•
de lader
•
en de accupack
naar onze klantenservice.
In het belang van een lange levensduur van de
accupack is het raadzaam om op tijd voor het
herladen van de accupack te zorgen. Dit is in elk
geval noodzakelijk, wanneer u vaststelt dat het
vermogen van het apparaat afneemt. Ontlaad de
accupack nooit helemaal. Dat leidt tot een defect
van de accupack!
Montage van de accu (fi g. 12b)
Open het accudeksel. Daarvoor zoals getoond in
fi g. 12b de klikveer (pos. A) lostrekken en het dek-
sel omhoog klappen. Dan de beide accu´s zoals
getoond in fi g. 12c in de houders steken.
Aanwijzing!
Gebruik alleen accu´s met dezelfde vulstand,
combineer nooit volle en halfvolle accu´s met el-
kaar. Laad beide accu´s altijd tegelijkertijd op.
De accu met de zwakkere laadtoestand bepaalt
de looptijd van het apparaat. Vóór bedrijf moeten
altijd beide accu´s vol worden geladen. Sluit het
accudeksel door het dicht te klappen en let erop
dat het goed inklikt.
Accu-capaciteitsindicator (fi g. 13)
Druk op de schakelaar voor accu-capaciteitsindi-
cator (fi g. 13, pos. A). De accu-capaciteitsindica-
tor (fi g. 13, pos. B) signaleert de laadtoestand van
de accu aan de hand van 3 LEDs.
Alle 3 LEDs branden:
De accu is vol geladen.
2 of 1 LED(s) branden:
De accu beschikt over voldoende restlading.
1 LED knippert:
De accu is leeg, laad de accu op.
Alle LEDs knipperen:
De accu werd diep ontladen en is defect. Een
defecte accu mag niet meer gebruikt en geladen
worden!
- 90 -
09.09.15 09:16
09.09.15 09:16