3 Aan de slag
Bevochtiging
voorbereiden
1
Houd het apparaat aan beide zijden
van de bovenkant vast en til het
omhoog (afb. b).
2
Vul het waterreservoir met koud
water tot de bovenste waterniveau-
aanduiding (afb. c).
3
Plaats de bovenkant weer terug op
het waterreservoir (afb. d).
66 NL
4 De luchtbev-
ochtiger ge-
bruiken
De luchtbevochtiger in-
en uitschakelen
1
Steek de stekker in het stopcontact.
2
Draai de bedieningsknop naar lage
snelheid
of hoge snelheid
(afb. e).
» Het lampje en de
luchtbevochtiger zijn aan (afb.
f).
3
Draai de bedieningsknop naar OFF
(UIT).
» Het lampje voor de snelheid is
uit.
» De luchtbevochtiger is uit.
Opmerking
•
De luchtbevochtiger produceert zeer
fijne onzichtbare nevel, dus het is
normaal dat u de nevel niet ziet.
Waterniveau
Als er niet genoeg water in het
waterreservoir is, gaat het lampje uit en
werkt de luchtbevochtiger niet meer.
De bedieningsknop blijft in de gekozen
snelheid.
Wanneer u water bijvult, wordt de
luchtbevochtiger weer ingeschakeld in
de gekozen snelheid.