de spanningsomzetter. Gebruik voor een exacte meting van de uitgangspannin g van
de spanningsomzetter een spanningsmeter die de juiste RMS-spanning meet, zoals
een Fluke 87, Fluke 8060A, Beckman 4410, Triplett 4200 of een andere
universeelmeter, dat „echte RMS" herkent.
Type/Specificatie (W)
Max. v ermogen (W)/5 min.
Omzettingsef f iciëntie (%)
Ingangsspanning (12V/DC)
Leegloopstroom (A)
Euro uitgangsv ermogen (V/AC)
Gewicht (kg)
Ov erv erhittings- bev eiliging(℃)
N. omgev ingstemperatuur (℃)
Ov erbelastings- bev eiliging
Kortsluitbev eiliging
Tip:
De originele kabel gebruikt de volledige capaciteit van de spanningsomzetter en
maximaliseert de werkingsgraad. De verbindingskabel mag niet langer dan 10 meter
zijn. Anders wordt de werking beïnvloed.
Belangrijk:
Gebruik de spanningsomzetter nooit met een andere stroombron dan een 12 volt
batterij. De DC 12V kabel niet willekeurig vervangen. Als de spanningsomzetter op
een stroombron aangesloten is, moet u ervoor zorgen dat de spanningsomzetter zich
niet in de nabijheid van ontvlambare dampen of gassen bevindt. Controleer of het
stroomverbruik van het te gebruiken apparaat compatibel is met de capaciteit van de
spanningsomzetter. Gebruik enkel standaard vlaksteekzekeringen. Indien er een
aanhoudend hoorbaar alarm afgaat of de spanningsomzetter automatisch uitschakelt,
zet u hem onmiddellijk op OFF.
Schakel de spanningsomzetter niet opnieuw in, tot het probleem gevonden en
opgelost is om een leegloop van de batterij te voorkomen.
Opgelet:
Aard de spanningsomzetter, voor zover hij over een massaschroef beschikt.
Zet de IN/UIT-schakelaar altijd op „0".
De massaschroef moet met het chassis van het voertuig verbonden worden. Als u
het apparaat buiten gebruikt, verbindt u de massaschroef met een kabel aan een
ijzeren stang, die in de aarde geslagen werd. Als er bij een Audio Systeem een
aanhoudend gezoem weerklinkt, kan enkel nog een spanningsomzetter met zuivere
sinus gebruikt worden.
INV150
INV300
150 W
300 W
300
600
90±1
90±1
11-15
11-15
<0.20
<0.35
230
230
0.75
0.85
85±5
85±5
-20 – 40
-20 – 40
Ja
Ja
Ja
Ja
27
INV600
INV1000
600 W
1000W
1200
2000
90±1
90±1
11-15
11-15
<0.65
<1.10
230
230
1.40
1.90
85±5
85±5
-20 – 40
-20 –40
Ja
Ja
Ja
Ja
INV1500
INV2000
1500 W
2000 W
3000
4000
90±1
90±1
11-15
11-15
<1.10
<1.10
230
230
1.90
1.90
85±5
85±5
-20 –40
-20 –40
Ja
Ja
Ja
Ja