Als u het meetgereedschap wilt uitschakelen, drukt
u opnieuw op de aan/uit-toets 5.
Als er ongeveer 5 minuten geen toets op het meet-
gereedschap wordt ingedrukt en er geen voorwer-
pen worden gedetecteerd, wordt het meetgereed-
schap automatisch uitgeschakeld om de batterij te
ontzien.
Displayverlichting in- en uitschakelen
Met de toets voor de displayverlichting 6 kunt u de
displayverlichting in- en uitschakelen.
Geluidssignaal in- en uitschakelen
Met de toets voor het geluidssignaal 7 kunt u het
geluidssignaal in- en uitschakelen. Als het geluids-
signaal is uitgeschakeld, verschijnt in het display
de indicatie a.
Werking (zie afbeeldingen A–B)
Met het meetgereedschap wordt de ondergrond van
het sensorbereik 12 in meetrichting A tot aan de
max. meetdiepte gecontroleerd (zie „Technische
gegevens"). Herkend worden voorwerpen van een
ander materiaal dan het materiaal van de muur.
Beweeg het meetgereedschap altijd in een rechte
lijn met lichte druk over de ondergrond zonder het
op te tillen of de aandrukkracht te veranderen. Tij-
dens de meting moeten de glijders 11 altijd contact
met de ondergrond hebben.
Meten
Plaats het meetgereedschap op het te onderzoe-
ken oppervlak en beweeg het in de richting B. Als
het meetgereedschap in de buurt van een voor-
werp komt, neemt de uitslag in de meetindicatie i
toe en brandt de ring 1 geel. Als het meetgereed-
schap verder van het voorwerp verwijdert raakt,
neemt de uitslag af. Boven het midden van een
voorwerp geeft de meetindicatie i de maximale uit-
slag aan; de ring 1 brandt rood en er klinkt een ge-
luidssignaal. Bij kleine of diep liggende voorwer-
pen kan de ring 1 nog steeds geel branden en het
geluidssignaal uitblijven.
Bredere voorwerpen worden niet over de vol-
ledige breedte door de verlichte ring of het ge-
luidssignaal aangegeven.
Wilt u de plaats van het voorwerp nauwkeuriger be-
palen, dient u het meetgereedschap meermaals
(3x) over het voorwerp heen en weer te bewegen.
In alle functies wordt automatisch de fijne schaal-
verdeling j geactiveerd. De fijne schaalverdeling j
geeft een volledige uitslag aan als het voorwerp on-
der het midden van de sensor ligt of de maximale
uitslag van de meetindicatie i bereikt wordt. Boven-
dien brandt in de functies „droogbouw" en „me-
taal" nog de indicatie „CENTER" k.
Bredere voorwerpen in de ondergrond zijn door
een aanhoudende hoge uitslag van de meetindica-
ties i en j herkenbaar. De ring 1 brandt geel. De
54 | Nederlands
duur van de hoge uitslag komt ongeveer overeen
met de breedte van het voorwerp.
Als u zeer kleine of diep liggende voorwerpen
zoekt of als de meetindicatie i slechts gering uit-
slaat, beweegt u het meetgereedschap meermaals
horizontaal en verticaal over het voorwerp. Let op
de uitslag van de fijne schaalverdeling j en in de
functies „droogbouw" en „metaal" bovendien op
de indicatie „CENTER" k. Deze maken een nauw-
keurige plaatsbepaling mogelijk.
Voordat u in de muur boort, zaagt of freest,
dient u andere informatiebronnen te raadple-
gen om gevaren te voorkomen. Aangezien om-
gevingsinvloeden en de aard van de muur de
meetresultaten kunnen beïnvloeden, kan er ge-
vaar bestaan, hoewel de indicatie geen voorwerp
in het sensorbereik aangeeft (er klinkt geen ge-
luidssignaal en de verlichte ring 1 brandt groen).
Functies
Door de keuze van de functies bereikt u optimale
meetresultaten. De maximale meetdiepte voor me-
talen voorwerpen bereikt u in de functie „metaal".
De maximale meetdiepte voor spanningvoerende
leidingen bereikt u in de functie „stroomkabel". De
gekozen functie is altijd te herkennen aan de groen
verlichte indicatie 4.
Droogbouw
De functie „droogbouw" is geschikt voor het vin-
den van houten en metalen voorwerpen in droog-
bouwwanden.
Druk op de toets 10 om de functie „droogbouw" te
activeren. De indicatie 4 boven de toets 10 brandt
groen. Zodra u het meetgereedschap op de te on-
derzoeken ondergrond plaatst, brandt de ring 1
groen en geeft deze aan dat het gereedschap ge-
reed is voor de meting.
In de functie „droogbouw" worden alle soorten
voorwerpen gevonden en weergegeven:
–
Niet van metaal, bijv. houten balken
–
Magnetisch, bijvoorbeeld betonwapening
–
Niet magnetisch, maar van metaal, bijvoor-
beeld koperbuis
–
Spanningvoerend, bijv. stroomleiding
Aanwijzingen: In de functie „droogbouw" worden
naast houten en metalen voorwerpen, zoals span-
ningvoerende leidingen, ook andere voorwerpen
weergegeven, zoals met water gevulde kunststof
buizen. In het display 3 verschijnt voor deze voorwer-
pen de indicatie c voor niet-metalen voorwerpen.
Spijkers en schroeven op de achtergrond kunnen
ertoe leiden dat een houten balk in het display als
metalen voorwerp wordt weergegeven.
Toont het display 3 een continu hoge uitslag van
de meetindicaties i en j, start u de meting opnieuw
door het meetgereedschap op een andere plaats
op de ondergrond neer te zetten.
2 609 140 980 • 10.12.12