MAGNEETSTANDAARDBOORMACHINES RS5e
NL
Voor u het toestel in gebruik neemt
Neem de handleiding en de veiligheidsrichtlijnen nauw-
keurig door!
Sluit het elektroapparaat correct aan. Neem de nominale
spanning op het informatieschildje in acht.
Als u een verlengsnoer gebruikt, moet ze aangepast zijn
aan zowel de toepassing als het nominale opgenomen
vermogen van de boormachine.
Opgelet: bij horizontaal en verticaal naar boven te ver-
richten boorwerken moet de magneetboorstandaard vol-
gens de voorschriften inzake ongevalpreventie van de
beroepsverenigingen door de meegeleverde veiligheids-
kabel of – riem beveiligd worden.
Overeenstemmende riemen zijn bij de boorstandaard
voorzien.
Wanneer u het toestel in gebruik neemt
Richt de boorpunt op het gekorrelde boorpunt. Schakel
de magneetboorstandaard aan met de rode tuimelscha-
kelaar 'AAN'. Door het opgebouwde magneetveld hecht
de magneetboormachine zich aan het werkstuk.
Controleer vooraleer u begint te boren of de boormagneet
goed hecht. Magneetboren met fijnpositionering (te her-
kennen aan de klemhendel (zie ook de beschrijving van
de technische gegevens) stellen de boorpunt in staat om
– ook bij de ingeschakelde elektromagneet – precies op
het boorpunt te richten.
Daarvoor maakt u de klemhendel van de fijnpositionering
los. De boorstandaard is nu draai- en verschuifbaar op
de elektromagneet. Na het afstellen wordt de klemhen-
del weer vastgezet en de ingestelde positie gefixeerd.
Bij meertrapse toepassingen kiest u het toerental van de
boor aangepast aan het apparaat dat u gaat gebruiken.
Opgelet! Toerental enkel aanpassen als de boormachi-
ne stilstaat!
Deze trappen worden aangeduid op de omschakelaar
door enkele en dubbele symbolen. U kan omschakelen
door eenvoudig manueel draaien aan de werkspindel. Bij
boren met extra elektronische toerentalregeling kan het
toerental speed en het aandraaimoment power omge-
schakeld worden met de desbetreffende regelaar.
Advies: lees ook zeer zorgvuldig de bijkomende infor-
matie bij boormachine RS40e.
Bij boren met elektrische toerentalinstelling kan u in-
stellen met het overeenstemmende verstelwiel op het
bedieningsvlak van de standaard. Bij rechts- linksom-
draaiende boren met (enkel type RS40e) kan u omscha-
kelen met de zwarte schakelaar op het bedieningsvlak
van de boorstandaard. In positie R draait de boormachi-
ne naar rechts, in positie L naar links.
Opgelet! De draairichting kan enkel omgeschakeld wor-
den als de boormachine uitgeschakeld is.
De boormachine wordt nu aangeschakeld met de com-
bischakelaar; groen 'AAN' - verlicht.
Advies: De boormachine kan enkel gestart worden als de
elektromagneet aangeschakeld is.
De boormachinevoeding wordt nu manueel met de gre-
pen bediend.
Om overbelasting van de magneetboormachine, of voor-
tijdige slijtage te vermijden, moet de boordruk aangepast
worden.
Na ieder boorproces dient u de spanen en / of de boor-
kern te verwijderen. Na het boren moet het gebruikte ap-
paraat afgekoeld en geolied worden. Let er op dat u niet
meer dan nodig gebruik maakt van de koel- en smeer-
middelen, en dat deze niet in de magneetboormachine
terechtkomen.
Magneetboren moeten na het beëindigen van het werk
liggend bewaard worden zodat het vet zich weer gelijk-
matig verdeelt.
5