hebben gekregen over het
gebruik van het apparaat en
de daaruit resulterende geva-
ren begrijpen.
Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen.
Kinderen moeten gecontro-
leerd worden om te garande-
ren dat ze niet met het appa-
raat spelen.
De reiniging en het gebrui-
kersonderhoud moegen niet
zonder toezicht door kinderen
uitgevoerd worden.
Voorwaarden voor de
stabiliteit
Voorzichtig
Voor alle handelingen met of
aan het apparaat moet de stabi-
liteit gegarandeerd worden om
ongevallen of beschadigingen te
vermijden.
De stabiliteit van het apparaat is gega-
randeerd wanneer het op een effen on-
dergrond wordt geplaatst.
Bediening
Beschrijving apparaat
1 Netsnoer met stekker
2 Houder bakrand
3 Afsluitventiel
4 O-ring
5 Behuizingsschaal voor niveauscha-
kelaar
6 Behuizingsdeksel voor niveauscha-
kelaar
7 Slangkoppeling
8 Drukslang
9 Slangklem
10 Niveauschakelaar
11 Bevestiging niveauschakelaar
12 Handgreep
13 Slangaansluiting G
voor slangkoppeling
Voorbereiden van de
werking als vatpomp
Slangaansluiting op de pomp
schroeven
Verbind de slangaansluiting met de
slangkoppeling van de houder
vatrand.
Afbeelding
Behuizingsschaal en O-ring vast-
schroeven aan de houder vatrand.
Niveauschakelaar in de behuizings-
schaal leggen.
Behuizingsdeksel op behuizings-
schaal duwen tot het vastklikt.
Afbeelding
Houder vatrand op reservoirrand
schuiven tot een stabiele zitting ge-
garandeerd is.
Afbeelding
Pomp stabiel op een stevige onder-
grond in de vloeistof opstellen.
Door een aan de draaggreep be-
vestigde kabel onderdompelen of
aan de slang in het reservoir han-
gen.
Het zuigbereik mag niet volledig of
gedeeltelijk geblokkeerd worden
door verontreinigingen.
Afbeelding
Afsluitventiel sluiten (pijl horizon-
taal).
Gebruiksmogelijkheden van
de niveauschakelaar
Afbeelding
Bij automatische werking gewenste
schakelhoogte instellen door het
vastzetten van de kabel van de ni-
veauschakelaar in vergrendeling.
– 4
NL
3
/
(24,4 mm)
4
41