uit hand-arm-trillingen indien het toestel lang
zonder onderbreking wordt gebruikt of niet
naar behoren wordt gehanteerd en onder-
houden.
5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het ken-
plaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens het gereedschap aan te
sluiten.
Waarschuwing!
Verwijder altijd de netstekker uit het stop-
contact voordat u het gereedschap anders
afstelt.
Met een leidingdetector nagaan, of op die plaats
waar u de boorhamer gebruikt elektrische leidin-
gen, gasleidingen of waterbuizen verborgen zijn.
5.1 Extra handgreep (fig. 2, pos. 3)
Boorhamer om veiligheidsredenen enkel met
de extra handgreep gebruiken.
De extra handgreep (3) biedt tijdens het gebruik
van de boorhamer een bijkomende houvast. Het
gereedschap mag om veiligheidsredenen niet
zonder extra handgreep (3) worden gebruikt.
Maak de extra handgreep (3) op de boorhamer
vast d.m.v. de kleminrichting. Door de greep
tegen de richting van de wijzers van de klok in
(vanuit de greep gezien) te draaien wordt de
kleminrichting losgezet. Door draaien van de
handgreep met de wijzers van klok mee wordt de
kleminrichting aangehaald.
Zet eerst de kleminrichting van de extra hand-
greep los. Daarna kunt u de extra handgreep
(3) naar de voor u aangenaamste werkpositie
zwenken. Draai dan de extra handgreep in te-
gengestelde draairichting terug dicht tot de extra
handgreep vast zit.
5.2 Gereedschap inzetten (fig. 4)
•
Gereedschap vóór het inzetten schoonmaken
en lichtjes invetten met boorvet.
•
Vergrendelhuls (2) terugtrekken en vast-
houden.
•
Stofvrij gereedschap al draaiend de ge-
reedschapshouder in tot tegen de aanslag
schuiven. Het gereedschap wordt automa-
tisch vergrendeld.
•
Vergrendeling controleren door aan het ge-
reedschap te trekken.
Anl_TE_RH_40_3F_SPK13.indb 66
Anl_TE_RH_40_3F_SPK13.indb 66
NL
5.3 Gereedschap verwijderen (fig. 5)
Vergrendelhuls (2) terugtrekken, vasthouden en
gereedschap uitnemen.
6. Bediening
Gevaar!
Om een gevaar te vermijden mag de machine
alleen aan de beide handgrepen (3/7) worden
vastgehouden! Anders kan bij het aanboren van
leidingen een elektrische schok dreigen!
6.1 In-/Uitschakelen (afb. 5)
Inschakelen:
Aan/Uit-schakelaar (6) indrukken.
Continu bedrijf:
Aan-/Uitschakelaar (6) beveiligen met de vergren-
deling voor de Aan-/Uitschakelaar (5).
Uitschakelen:
Aan/Uit-schakelaar (6) kort indrukken resp. los-
laten.
6.2 Toerentalregeling (afb. 5, pos. 8)
Het apparaat is uitgerust met een elektronische
toerentalregeling. Door de regelaar (8) te draaien
kunt u het toerental instellen:
Plus-richting: hoger toerental
Min-richting: lager toerental
6.3 Omschakelaar slagboren/beitelen (afb. 6)
•
Om te klopboren de knop (E) op de draai-
schakelaar (4) indrukken en tegelijkertijd de
draaischakelaar (4) naar de schakelstand A
draaien.
•
Om te beitelen de knop (E) op de draaischa-
kelaar (4) indrukken en tegelijkertijd de draai-
schakelaar (4) naar de schakelstand B draai-
en. In de stand B is de beitel niet gearrêteerd.
•
Om te beitelen de knop (E) op de draaischa-
kelaar (4) indrukken en tegelijkertijd de draai-
schakelaar (4) naar de schakelstand C draai-
en. In de stand C is de beitel gearrêteerd.
Let op!
Voor het hamerboren is er slechts een geringe
aandrukkracht nodig. Door een te hoge aan-
drukkracht wordt de motor onnodig belast. Boor
regelmatig controleren. Een botte boor bijslijpen
of vervangen.
- 66 -
17.05.2021 15:22:43
17.05.2021 15:22:43