2
Verwijder het bovenstuk van behuizing.
(Bevestigingsschroeven van de
behuizing: 2)
3
Bevestig het onderstuk van de behuizing
op de muur.
4
Sluit de RAC-aansluitings-bedrading
aan (meegeleverd).
• Plaats de draden
langsheen de gleuf.
Doorheen
de opening
steken.
5
Sluit de controlebedrading
tussen de units aan
(afgeschermde bedrading).
• Plaats de draden
langsheen de gleuf.
Functionele aarding (FG)
Doorheen
de opening
steken.
Klem (meegeleverd)
6
Enkel bij aansluiting van een extern apparaat
Sluit de externe I/O-bedrading aan.
(p.60)
• Hier uitknippen met een
kniptang en verwijder de braam
met een vijl.
• Zoals getoond in stap 4 of 5, steek de
klem (meegeleverd) door het gat, en
bevestig de bedrading.
z Wanneer de instellingen zijn beëindigd
(p.61), bevestig het bovenstuk van de
behuizing.
Klem (meegeleverd)
Bovenstuk van
de behuizing
Bevestigingsschroeven
van de behuizing
Bovenstuk van
de behuizing
Onderstuk van
de behuizing
Muur waarop de controler
wordt bevestigd
Schroef (meegeleverd)
59
(NL)