3. Houd de vergrendel-/ontgrendelknop ingedrukt.
4. Houd de motor en de bovensteel vast, en trek het
hulpstuk recht uit de koppeling.
BEDIENINGSSTAND
a WAARSCHUWING: Draag altijd
oogbescherming. Leun nooit over de
snijuitrusting. Puin of stenen kunnen
afketsen of weggeworpen worden in de ogen
en het gezicht, en blindheid of ernstig letsel
veroorzaken.
a WAARSCHUWING: Draag altijd het
schouderdraagstel wanneer u het
grasmaaiblad gebruikt.
Tijdens bediening van de machine:
• Draag oogbescherming, gehoorbescherming en
gepaste kleding.
• Sta in de getoonde houding.
• Houd uw rechterhand op de gashendel en houd met
uw linkerhand de J-hendel vast.
• Houd de machine altijd onder taillehoogte.
• Maai altijd van links naar rechts om ervoor te zorgen
dat puin van u weg wordt geworpen. Houd, zonder
voorover te buigen, de trimmerdraad nabij en parallel
aan de grond en buiten reeds gesneden materiaal.
• Gebruik altijd de juiste uitrusting.
• Zorg ervoor dat de uitrusting altijd juist afgesteld en
aangepast is.
• Volg alle veiligheidsvoorschriften.
• Organiseer het werk goed.
HET GRASMAAIBLAD GEBRUIKEN
Voor alle soorten hoog of sterk gras wordt het
grasmaaiblad gebruikt. Het grasmaaiblad mag niet
gebruikt worden bij houtachtige stammen.
Zorg ervoor dat het blad op volle toeren draait voor u
begint.
Gebruik altijd goed scherpe bladen.
Vermijd stenen.
Het gras wordt gemaaid met pendelende bewegingen
naar de zijkanten, waarbij de beweging van rechts
naar links het maaimoment is en de beweging
van links naar rechts de retourbeweging. Laat de
linkerkant van het blad werken (tussen 8 en 12 uur).
Als het blad tijdens het gras maaien iets schuin naar
links wordt gehouden, wordt het gras in een streng
gelegd, hetgeen het verzamelen makkelijker maakt.
Probeer om ritmisch te werken. Sta stevig met uw
voeten uit elkaar. Beweeg na de retourbeweging naar
voren en sta vervolgens weer stevig stil.
Laat de steunkop licht op de grond rusten. Deze is
speciaal bedoeld om te voorkomen dat het blad in de
grond snijdt.
Verklein het risico dat het materiaal rond het blad wordt
gewonden door de volgende regels op te volgen:
• Werk altijd met vol gas.
• Vermijd tijdens de retourbeweging het pasgemaaide
materiaal.
Schakel de motor uit, maak het draagstel los en zet
de machine op de grond voordat u het gemaaide
materiaal verzamelt.
Het is aanbevolen de motor niet langer dan 1 minuut
op volle toeren te laten draaien.
Laat de gashendel altijd los en laat de motor weer
stationair draaien wanneer u niet maait.
DE TRIMMERKOP GEBRUIKEN
Laat de motor niet draaien met een hoger toerental
de motor op minder dan volle toeren draait. Bij lagere
toerentallen maakt de motor minder geluid en trilt
hij minder. De maaidraad gaat langer mee en komt
minder gemakkelijk vast te zitten op de spoel.
Breng de draad tijdens het maaien niet dicht bij harde
voorwerpen zoals stenen, grind en omheiningspalen;
deze kunnen de trimmerkop beschadigen, verward
raken in de draad of worden weggeworpen met ernstig
gevaar tot gevolg.
Het uiteinde van de draad doet het maaiwerk. Voor
optimale prestaties en minimale draadslijtage brengt u
de draad niet in het snijgebied. Hieronder worden de
juiste en de verkeerde werkwijze getoond.
Met de draad kunt u gemakkelijk gras en onkruid
verwijderen rond muren, omheiningen, bomen en
bloembedden, maar mogelijk snijdt u ook in de
zachte schors van bomen of in struiken, of maakt u
schrammen op omheiningen.
Laat de motor bij het trimmen of scalperen draaien
met een lager dan maximaal toerental voor een
langere levensduur van de draad en minder slijtage
van de kop, meer bepaald: