Dit hoofdstuk geeft een lijst van mogelijk optredende storingen, de oorzaken ervan en oplossingen. Sommige oplossingen kunnen
worden toegepast door de operator of door onderhoudspersoneel, voor andere handelingen zal misschien de hulp van een
gekwalificeerde D
WALT‑monteur of uw leverancier nodig zijn.
e
code
Mogelijke oorzaak
Drukschakelaar schakelt de motor
1
niet uit wanneer de compressor de
uitschakeldruk bereikt
2
Druk van schakelaar voor uitschakelen te hoog Neem contact op met een D
De aansluitingen van de slangen zitten niet
3
vast genoeg
Kapotte luchttank
4
Lekkende afdichtingen
5
Veiligheidsventiel kapot
6
Regelaar is niet goed afgesteld voor het
accessoire dat wordt gebruikt
7
8
Langdurig te veel gebruik van lucht
Compressor levert niet voldoende lucht voor
9
het accessoire
11
Controleventiel zit verstopt
12
Lekkage van lucht
13
Regelaar is beschadigd
De schakelaar voor overbelastingsbeveiliging
14
van de motor is in werking getreden
De druk in de tank is hoger dan de
15
inschakeldruk van de drukschakelaar
16
Losse elektrische aansluitingen
17
De motor kan kapot zijn
Er is verf op interne motoronderdelen gespoten Neem contact op met een D
18
Pomp werkt niet omdat de druk in de tank
19
hoger is dan de inschakeldruk.
Pomp werkt niet als gevolg van
20
een veiligheidsfout.
Gids oplossen van problemen
Zet de Auto Aan/Uit‑schakelaar op "Off" en neem de accu uit, als het apparaat niet wordt
uitgeschakeld, neem contact op met een D
WALT‑servicebedrijf.
e
Zet aansluitingen beter vast waar u lucht kunt horen ontsnappen. Controleer aansluitingen met een
water‑zeepoplossing. Zet de aansluitingen niet te vast.
Luchttank moet worden vervangen. Repareer de lekkage niet. Neem contact op met een D
servicebedrijf.
WAARSCHUWING: Explosiegevaar. Boor niet in de luchttank, las de luchttank niet en breng
geen wijzigingen in de luchttank aan omdat u daarmee de tank verzwakt. De luchttank kan
barsten of exploderen.
Neem contact op met een D
WALT‑servicebedrijf.
e
Bedien het veiligheidsventiel met de hand door aan de ring te trekken. Als het ventiel dan nog lekt,
moet het worden vervangen. Neem contact op met een D
Het is normaal dat de druk wat terugloopt wanneer een accessoire wordt gebruikt, pas de stand
van de Één‑slagregelaar aan, volgens de instructies in Één‑slagregelaar onder Beschrijving van
Bedieningshandelingen, als de druk te veel daalt.
OPMERKING: Pas de afgeregelde druk aan onder doorstroomcondities, terwijl het accessoire in
gebruik is.
Laat de hoeveelheid lucht die u gebruikt afnemen.
Controleer hoeveel lucht het accessoire vraagt. Als dat meer is dan de Luchtopbrengst (l/min)
of meer dan de druk die de compressor levert, is voor gebruik van het accessoire een krachtiger
compressor nodig.
Neem contact op met een D
WALT‑servicebedrijf.
e
Zet aansluitingen vast.
Neem contact op met een D
WALT‑servicebedrijf.
e
Raadpleeg Overbelastingsbeveiliging van de Motor onder Beschrijving van
Bedieningshandelingen. Als de schakelaar van de overbelastingsbeveiliging van de motor vaak in
werking treedt, neem dan contact op met een D
De motor start vanzelf wanneer de tankdruk daalt onder het niveau van de inschakeldruk van
de drukschakelaar.
Neem contact op met een D
WALT‑servicebedrijf.
e
Neem contact op met een D
WALT‑servicebedrijf.
e
WALT‑servicebedrijf. Werk niet met de compressor in de ruimte waar u
e
verf spuit. Raadpleeg de waarschuwing voor brandbare dampen.
Ontlucht de tank tot de druk is gedaald tot onder de inschakeldruk wanneer de pomp
wordt ingeschakeld.
Schakel de Auto Aan/Uit‑schakelaar over van "Off" naar "Auto On."
Mogelijke oplossing
WALT‑servicebedrijf.
e
WALT‑servicebedrijf.
e
WALT‑servicebedrijf.
e
nEDERLanDs
WALT‑
e
91