CFP-180FM
17/06/05
F
GB
D
E
I
Gebruik uitsluitend de aanbevolen (apart te verkrijgen)
batterij (BPP-1817M / BPP-1815M) en lader (BC-1800 /
BC-1815S).
LET OP
Lees alle veiligheidsinstructies en gebruiks-
aanwijzingen aandachtig voordat u dit toestel
voor het eerst gaat gebruiken.
LEES ALLE INSTRUCTIES AANDACHTIG.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
LEER UW FLUORESCENTIELAMP KENNEN.
■
Lees de gebruiksaanwijzingen aandachtig. Leer de
toepassingen en de beperkingen van het product
kennen en ook de eventuele specifieke risico's die aan
het gebruik van de fluorescentielamp verbonden zijn.
DEMONTEER DE LAMP IN GEEN GEVAL.
■
ZET DE FLUORESCENTIELAMP OF DE BATTERIJ
■
IN GEEN GEVAL NEER NAAST VUUR OF NAAST
EEN WARMTEBRON. De lamp zou kunnen
ontploffen.
VERBRAND EEN AFGEDANKTE BATTERIJ IN
■
GEEN GEVAL, ook al is de batterij ernstig
beschadigd of helemaal onbruikbaar. Bij aanraking
met vuur kan de batterij ontploffen.
BERG DE FLUORESCENTIELAMP NIET OP IN
■
EEN VOCHTIGE OF NATTE RUIMTE, OF IN EEN
RUIMTE WAAR DE TEMPERATUUR KAN
OPLOPEN TOT 40°C OF MEER, bijvoorbeeld 's
zomers in een tuinhuisje, in een voertuig of in een
gebouw met een metalen structuur.
LAAT KINDEREN DE FLUORESCENTIELAMP NIET
■
GEBRUIKEN ZONDER TOEZICHT. Dit is geen
speelgoed! Nadat de lamp geruime tijd brandt, kan de
temperatuur van de fluorescentiebuis hoog oplopen.
Als u de lamp dan aanraakt, kunt u brandwonden oplopen.
MAAK
UW
WERKPLAATS
■
SCHOON. Een rommelige werkruimte of werkbank
kan tot ongevallen leiden.
VERMIJD GEVAARLIJKE OMGEVINGEN.
■
ZORG DAT DE LAMP DROOG EN SCHOON
■
BLIJFT EN NIET IN AANRAKING KOMT MET OLIE
OF VET. Gebruik steeds een schone doek om de
lamp schoon te maken. Maak ze niet schoon met
remvloeistof, benzine, producten op basis van
petroleum of sterke oplosmiddelen.
BLIJF WAAKZAAM. Concentreer u op wat u aan het
■
doen bent en gebruik uw gezond verstand. Ga niet
overhaast te werk.
13:34
Page 13
NL
P
S
DK
N
Nederlands
REGELMATIG
13
FIN
GR
H
CZ
RUS
CONTROLEER DE BESCHADIGDE ONDERDELEN.
■
Voordat u de lamp verder gebruikt, controleer of de
eventueel beschadigde onderdelen nog steeds een
normale werking mogelijk maken en of ze hun
normale functie kunnen vervullen. Gebruik de
fluorescentielamp niet als ze niet normaal werkt.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES M.B.T. DE
FLUORESCENTIELAMP
LET OP
Gebruik de fluorescentielamp of de lader niet in
de buurt van ontvlambare vloeistoffen of in een
ruimte waar zich gassen bevinden of waar een
ontploffingsgevaar bestaat. Inwendige vonken
kunnen brand veroorzaken.
LET OP
Tijdens het gebruik kunnen de lens en de lamp
heel warm worden.
Zet de fluorescentielamp tijdens of net na gebruik niet
■
neer op de kant met de lens.
In de buurt van ontvlambaar materiaal, hanteer de
■
fluorescentielamp met de nodige voorzichtigheid.
Als u de fluorescentiebuis wilt vervangen net nadat
■
de fluorescentielamp gebrand heeft, laat het toestel
eerst een paar minuten afkoelen.
De fluorescentielamp mag in geen geval in een bed
■
of in een slaapzak gebruikt worden. Dat zou
brandwonden kunnen veroorzaken.
OVERZICHT
1.
BATTERIJ (NIET BIJGELEVERD)
2.
GROEVEN (VOOR DE GELEIDERS)
3.
OM DE BATTERIJ TE VERWIJDEREN: DRUK OP
DE VERGRENDELING OM DE BATTERIJ TE
ONTGRENDELEN
4.
SCHAKELAAR
5.
NEERKLAPPEN
6.
OPTILLEN
7.
HAAK
8.
SCHROEF
9.
TREK HET LENSKAPJE NAAR VOOR OM HET TE
VERWIJDEREN
10. RUBBER KUSSENTJE
11. LENSKAPJE
12. FLUORESCENTIEBUIS
13. FLUORESCENTIELAMPHOUDER
RO
PL
SLO
HR
TR