Descargar Imprimir esta página

Gardner Denver Elmo Rietschle VFS 201 Instrucciones De Uso página 22

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 29
Uitvoering
Dit bedieningsvoorschrift geldt voor de volgend olie gesmeerde vacuüm pompen: VFS 201 (afb
Beschrijving
De iintraps VFS 201 heeft aan de aanzuig kant een aansluitflens en de treetraps VFS 220.80 heeft aan de aanzuigzijde een aansluitflens en een
aansluiting met draad. Alle typen VFS hebben aan de uitlaat kant een olie afscheider en een olienevel afscheider die voor het terugvoeren van
de olie in het smeersysteem zorgen. De olie wordt gekoeld door middel van een warmtewisselaar die gekoeld wordt met water. Het pomphuis wordt
gekoeld door de motorventilator. Een ingebouwde terugslagklep voorkomt dat het systeem belucht wordt nadat de pomp is uitgeschakeld en
voorkomt dat de kamers in de pomp zich volzuigen met olie, wat bij het opnieuw starten tot een hydraulische slag zou kunnen voeren.
Het standaard aangebouwde gasballast (U) ventiel voorkomt condensatie van waterdamp in het pomphuis als er damp wordt aangezogen.
De pomp wordt via een koppeling door een draaistroom motor aangedreven.
Toepassingen
De machines zijn geschikt voor industriële toepassing, d.w.z. dat de beveiligingen conform EN DIN 294 zijn volgens tabel 4 voor
personen boven de 14 jaar.
Deze pompoen zijn geschikt voor het evacueren van gesloten systemen of een continue vacuüm met de volgende drukken:
VFS 201:
50 Hz ➝ 0,5 tot 200 mbar (abs.) • 60 Hz ➝ 0,5 tot 150 mbar (abs.)
VFS 220.80 (1e trap): 50 Hz ➝ 0,5 tot 200 mbar (abs.) • 60 Hz ➝ 0,5 tot 150 mbar (abs.)
VFS 220.80 (2e trap): 50 Hz ➝ 0,8 tot 200 mbar (abs.) • 60 Hz ➝ 1,0 tot 150 mbar (abs.)
Bij continue bedrijf buiten deze drukken bestaat de kans dat er olie via de uitlaat wordt uitgestoten. Bij het evacueren van gesloten systemen vanaf
atmosferische druk tot de einddruk bestaat dat gevaar niet, zolang de hierboven genoemde waarden binnen 10 minuten bereikt zijn.
De aangezogen lucht mag waterdamp bevatten, maar geen water of andere vloeistoffen. Agressieve of brandbare gassen en dampen
mogen niet verpompt worden.
Bij het verpompen van brandbare of agressieve gassen en dampen, met speciale uitvoeringen, dient men te handelen volgens de
veiligheidsvoorschrift XN 2.
Bij het verpompen van zuurstof dient men te letten op veiligheidsvoorschrift XN 3.
De omgevingstemperatuur en de temperatuur van de aangezogen lucht moet tussen de 5° en 40° C te liggen. Bij temperaturen buiten
deze waarden verzoeken wij u contact met ons op te nemen.
De standaard uitvoering mag niet in ruimten gebruikt worden die explosie gevaarlijk zijn.
Bij toepassingen, waarbij een ongeoorloofd uitzetten of een storing van de vacuümpomp tot gevaarlijke situaties voor personen of
installaties kan leiden, moeten voldoende veiligheidsmaatregelen genomen worden.
Bediening en opstelling (afb
Bij een pomp welke op bedrijfstemperatuur is kunnen de delen (Q) een temperatuur bereiken welke boven de 70° C kan liggen. Men
dient deze delen niet aan te raken.
Olie vuldop (H), Olie peilglas (I), olie aftap (K), gasballast (U), haakse aansluiting (D
moeten makkelijk bereikbaar zijn. De koellucht inlaat (E) en de koellucht uitlaat (F) moeten minstens 20 cm van de dichtst bij zijnde wand verwijderd
zijn. Uitgeblazen koellucht mag niet weer worden aangezogen. Voor onderhouds werk adviseren wij voor de haakse aansluiting (D2) en uitblaashuis
(Y) 0,25 m afstand te reserveren.
De VFS vacuümpompen kunnen alleen in horizontale positie, zonder storingen gebruikt worden.
Bij een opstelling hoger als 1000m boven zeeniveau kan een vermogensvermindering merkbaar zijn. In dat geval vragen wij u contact
met ons op te nemen.
Installatie (afb
en
)
Bij opstelling en gebruik dienen de voorschriften van de arbeidsinspectie aangehouden te worden.
1. VFS 201: Vacuüm aansluiting bij (A)
VFS 220.80: Vacuümaansluiting bij (A
De afgezogen lucht kan door de uitlaatopening (B) vrij worden uitgeblazen of door middel van een slang of leiding afgevoerd worden.
Een te kleine of een te lange zuigleiding vermindert de capaciteit van de vacuümpomp.
De uitblaasopening (B) mag niet afgesloten worden en mag geen restricties hebben.
2. Olie (voor de toe te passen soorten zie „onderhoud") via de vulopening (H) tot het bovenst merkstreepje in het peilglas (I) vullen. Opening
afsluiten.
3. De elektrische gegevens staan op het type plaatje (N) resp op het motorplaatje. De motoren zijn volgens DIN/VDE 0530 en in beschermklasse
IP 54 en isolatie klasse F uitgevoerd. Het aansluitschema bevind zich in de aansluit kast van de motor. De motorgegevens moeten vergeleken
worden met het aanwezige elektriciteitsnet (stroomsoort, spanning, netfrequentie, toelaatbare stroomsterkte).
4. De motor dient middels een motorbeveiligingsschakelaar te worden aangesloten op het elektriciteitsnet (voor de beveiliging van de motor dient
de motorbeveiligingsschakelaar, voor het vastzetten van de kabel dient de schroef).
We adviseren het toepassen van een motorbeveiligingsschakelaar welke tijdvertragend uitschakelt, afhankelijk van een eventuele te hoog
amperage. Kortstondige elektrische overbelasting kan tijdens het starten optreden.
De elektrische installatie mag alleen door een erkende installateur met in achtname van NEN 60204 elektrisch aangesloten worden.
De gebruiker dient voor een werkschakelaar te zorgen.
5. Koelwater inlaat bij (C) en koelwater uitlaat bij (D).
In bedrijfname (afb
en
)
1. Draairichting motor controleren door kort te starten (draairichtingspijl (O)).
2. Motor na eventuele correctie van de draairichting opnieuw starten en na 2 minuten weer uitschakelen om de ontbrekende olie weer aan te vullen.
De olievulopening (H) mag niet geopend worden als de pomp draait.
3. Zuigleiding van de VFS 201 bij (A) aansluiten de VFS 220.80 bij (A
4. Leidingen voor koelwater inlaat bij (C) en koelwater uitlaat bij (D) aansluiten.
Gevaren voor het bedienend personeel
1. Geluids emissie: De hoogste geluidspiek (meest ongunstigste richting en belasting), gemeten volgens de norm DIN 45635 deel 13 (in
overeenstemming met 3.GSGV) staan in de tabel aangegeven. Wij adviseren, bij een voortdurend oponthoud in de nabijheid van de draaiende
pomp, gehoorbeschermende middelen te gebruiken om een blijvende beschadiging van het gehoor te vermijden.
2. Oliedampen in de uitblaaslucht: Ondanks de best mogelijke olieafscheiding door de olienevelafscheider zal de uitgeblazen lucht geringe
olieresten bevatten die door reuk zijn vast te stellen. Het continue inademen van deze dampen kan schadelijk zijn voor de gezondheid. Men dient
daarom te zorgen voor een goede ventilatie van de opstellingsruimte.
Prematic AG, Märwilerstrasse 43, 9556 Affeltrangen www.prematic.ch
en
)
) ➝ hoge capaciteit en bij (A
1
) en VFS 220.80 (afb
) Uitlaat huis (Y), koelwater inlaat (C), en koelwater uitlaat (D)
2
) ➝ lage capaciteit. Men dient de motorgegevens te vergelijken met.
2
) en (A
) aansluiten.
1
2
)
Tel. 071 918 60 60, Mail: v-g@prematic.ch

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

Elmo rietschle vfs 220.80