Gebruik - Cub Cadet LH5 C60 Instrucciones De Funcionamiento Originales

Gebruik

Draai de vergrendelingsknop [B] voor de zwaar-
Î
dafstelling rechtsom vast C .
Maak hem dan weer 1 - 1,5 omwenteling los,
Î
zodat de zaagketting goed kan worden ge-
spannen.
Draai de kettingspanknop [C] rechtsom, om de
Î
spanning te verhogen E . Zie paragraaf „Zaagket-
ting spannen"
Aanwijzing
Let erop, dat de zaagketting vast om de
zaagrail zit.
Draai de vergrendelingsknop [B] voor de zwaar-
Î
dafstelling vast aan, zodat het zwaard (zaagrail)
correct vast zit C .
Klap de vergrendelingslip [C] van de verstelknop
Î
voor de zwaardafstelling weer naar beneden C .
Zaagketting spannen CEF
Klap de vergrendelingslip [C] omhoog en draai de
Î
vergrendelingsknop voor de zwaardafstelling [B]
1 - 1,5 omwentelingen linksom C .
Draai de draaiknop voor de instelling van de ket-
Î
tingspanning [C] rechtsom, tot de kettingspanning
correct is E .
De zaagketting [A] is correct gespannen, wanneer
Î
de zaagketting terug springt, nadat hij met lichte
krachtsinspanning van wijsvinger en duim 3 mm
van de zaagrail [B] is weggetrokken F .
Aanwijzing
De zaagketting mag niet doorhangen, moet
zich echter ca. 3 millimeter van de zaagrail
laten lostrekken F .
Aanwijzing
Span de ketting niet te strak. Dit zou de slij-
tage verhogen en de levensduur van ketting
en zaagrail verkorten.
Zodra de kettingspanning correct is, draait u de
Î
vergrendelingsknop voor de zwaardafstelling vast
en klapt de vergrendelingslip aan de vergrende-
lingsknop weer naar beneden.
Aanwijzing
Let erop, dat de vergrendelingsknop goed
is vastgedraaid, zodat het zwaard (zaagrail)
correct vastzit.
Aanwijzing
Is de ketting nieuw, controleert u de span-
ning tijdens de eerste twee bedrijfsuren
frequenter, omdat een nieuwe ketting altijd
iets uitzet.
Gebruik
Voor elke ingebruikneming:
Controleer het apparaat op beschadigingen.
Î
Controleer alle delen op goede bevestiging.
Î
Kettingspanning controleren.
Î
Kettingsmering controleren.
Î
Controleer de werking van de kettingrem.
Î
Controleer het oliepeil van de zaagketting.
Î
Controleer het apparaat op lekkages.
Î
Zaagkettingolie
WAARSCHUWING!
Gevaar van schade aan het apparaat
Door het gebruik van oude olie kan schade
aan oliepomp, zaagrail en ketting ontstaan!
¾ Gebruik in geen geval oude olie voor het
smeren van de zaagketting.
VOORZICHTIG!
Milieuschade
¾ Aangezien de zaagkettingolie tijdens het
gebruik in het milieu terechtkomt, dienen
biologisch afbreekbare, speciale soorten
zaagkettingolie op plantaardige basis te
worden gebruikt.
Apparaat mag alleen met voldoende zaagkettin-
golie worden gebruikt.
¾ Controleer de oliehoeveelheid aan de hand van
de oliepeilindicator.
¾ Bij een oliepeil van minder dan een kwart moet u
olie bijvullen.
¾ Bij het bereiken van het oliepeil aan de mini-
mummarkering „MIN" moet onmiddellijk olie
worden bijgevuld.
Aanwijzing
De olietank heeft een inhoud van ca. 230 ml.
Let op!
NL
79