MagicWatch MWE9004, 9008
5
Instructies vóór de montage
5.1
Montageplek voor de sensors bepalen
Zie afb. 3 tot afb. 6.
I
INSTRUCTIE
Voor een goede werking van het toestel is het belangrijk dat de
sensoren juist afgesteld zijn.
Als deze naar de grond wijzen, worden bijv. oneffenheden op de grond
als hindernis doorgegeven. Als ze te ver naar boven wijzen, worden
aanwezige hindernissen niet herkend.
Neem bij de montage het volgende in acht:
• De afstand van de sensoren tot de grond moet minstens 40 cm en maximaal
60 cm bedragen (afb. 3).
• Voor een optimale werking dient de hoek van de sensor t.o.v. de rijbaan 90° te
bedragen (afb. 3). De hoek mag niet kleiner zijn dan 90°, omdat in dat geval de
rijbaan door de sensor als obstakel wordt herkend.
• De meegeleverde sensorhouders zijn geschikt voor de gangbare bumpers.
Indien de bumper van het voertuig sterk overhelt, zijn optioneel 20°-sensorhou-
ders met afdekring verkrijgbaar (zie hoofdstuk „Toebehoren" op pagina 102).
• De meegelegeverde sensorhouders zijn niet geschikt voor de montage in meta-
len bumpers. Hiervoor heeft u speciale sensorhouders met siliconen ring nodig
(zie hoofdstuk „Toebehoren" op pagina 102).
• Neem in acht dat de sensorhouder afhangt van de montagehoogte en de
schuine stand van de bumper. Kies volgens de tabel in afb. 3 de passende
sensorhouder en de bijbehorende boordiameter. De handleiding geeft de
montage weer van de standaard-sensorhouders (montage van de binnenkant
van de bumper), omdat hier het optisch beste montageresultaat wordt bereikt.
Alternatief kunnen de sensoren ook met de meegeleverde sensorhouders met
afdekring worden gemonteerd.
• Monteer de sensoren op de juiste plek (afb. 6):
Kleur van de sensoren
blauw (bl)
zwart (sw)
bruin (br)
NL
Montageplaats
buitenkanten van de achterste bumper
naar het midden toe van de achterste bumper
voorste bumper
Instructies vóór de montage
103