Raadpleeg de afbeeldingen op pagina's 3, 5 en 7
tijdens het uitvoeren van de installatieprocedures
voor de camera.
Installatie
U installeert de camera als volgt:
1.
Gebruik de montagebeugel als sjabloon, plaats
deze waterpas tegen het montageoppervlak en
markeer de positie van de bevestigingsgaten.
2.
Boor en prepareer volgens alle plaatselijke
voorschriften de bevestigingsgaten.
3.
Voer de kabel van de camera door een van de
vier openingen in de montagebeugel en
installeer vervolgens de montagebeugel met de
vier bijgeleverde schroeven. Indien uw
montageoppervlak dat vereist, maakt u gebruik
van meegeleverde muurverankeringen of
andere geschikte bevestigingsmaterialen.
4.
Terwijl u de camera op zijn plek houdt, plaatst
u de cameramantel op de camera.
Opmerking: Als u de installatie verricht op een
aansluitkast of de draden door de muur leidt, sluit
u een 75 ohm coaxiale videokabel aan op de
videokabel van de camera en sluit u een 12 VDC
NL 40