NL
1. Voeg de twee helften van de grasopvangmand
(10) samen, zoals wordt getoond in afbeelding I.
2. Monteer de kap (12) van de grasopvangbak op
de grasopvangmand (10), die in elkaar is gezet,
zoals wordt getoond in afbeelding J.
3. Licht de deksel (11) van de grasopvangbak op
en bevestig de grasopvangbak, die in elkaar is
gezet, op de gazonmaaier. Controleer dat de in-
kepingen in de grasopvangbak goed tegenover
de houders op de behuizing van de gazonmaai-
er uitkomen.
NB: de grasopvangbak is voorzien van een grasni-
veau-indicator (13), die laat zien hoeveel gemaaid
gras er in de bak zit. Zolang de grasopvangbak niet
vol is, blijft de indicator geopend. Wanneer de gras-
opvangbak vol is, sluit de indicator zich. U moet
dan onmiddellijk stoppen met grasmaaien en de
grasopvangbak leegmaken. De indicator is slechts
een ruwe indicatie en de functionaliteit ervan hangt
af van de toestand in de grasopvangbak.
Het maaiblad vervangen (Afb. A, P)
Voor u werk aan de machine uitvoert, moet
u eerst de stekker uit het stopcontact
trekken.
Draag beschermende handschoenen
wanneer u het maaiblad vervangt. Gevaar
voor persoonlijk letsel wanneer u het
maaiblad aanraakt.
Gebruik alleen bladen die door de fabrikant
worden aanbevolen.
1. De grasopvangbak verwijderen.
2. Draai de maaimachine op z'n kant.
3. Houd het maaiblad stevig vast, terwijl u de
beschermende handschoenen draagt.
4. Draai vervolgens de bevestigingsschroef van
het maaiblad naar links los, zoals wordt ge-
toond in afbeelding P.
5. Het maaiblad vervangen of slijpen.
6. Plaats het maaiblad en volg daarbij de hier-
boven beschreven procedure in omgekeerde
volgorde (gaten in het maaiblad moeten op de
pennen van de as worden gezet).
7. U kunt het slijpen en vervangen van het maai-
blad het beste overlaten aan een gekwalificeerd
iemand. Er kunnen het beste alleen originele
onderdelen worden gebruikt.
28
Alle defecten moeten worden gerepareerd door
een door de fabrikant geautoriseerde servicewerk-
plaats.
4. BEDIENING
Voer altijd een visuele inspectie uit voordat
u het gereedschap gebruikt, om te zien of
de snijbladen, de bouten van de snijbladen
en het zwaard niet versleten of beschadigd
zijn. Houd het apparaat uitgeschakeld en
verbreek de verbinding met de stroomvoor-
ziening. Vervang versleten of beschadigde
snijbladen en bouten in sets, zodat het
gereedschap in balans blijft.
De maaihoogte afstellen (Afb. A, L, M)
Schakel de apparatuur uit, trek de stekker
uit het stopcontact en wacht tot het
maaiblad tot stilstand is gekomen. Risico
persoonlijk letsel.
U kunt de wielen, afhankelijk van de maaihoogte
die uw voorkeur heeft, in één van de volgende drie
standen afstellen.
1. Leg de gazonmaaier op z'n zijkant.
2. Pak de wielas aan beide zijden vast.
3. Trek gelijkmatig aan de as en steek de as in één
vande drie inkepingen, zoals wordt getoond
in afbeelding L. Let erop dat de linkerzijde en
de rechterzijde van de as in dezelfde inkeping
moeten zijn geplaatst. Herhaal deze stap voor
beide assen. Controleer dat de voor- en de
achteras in dezelfde inkeping zijn gemonteerd,
zodat de gazonmaaier evenwijdig aan het gazon
maait.
4. Iedere inkeping hoort bij een bepaalde maai-
hoogte, zoals wordt getoond in afbeelding M.
Stand 1 hoort bij een maaihoogte van 25 mm.
Stand 2 hoort bij een maaihoogte van 40 mm.
Stand 3 hoort bij een maaihoogte van 55 mm.
NB: U kunt het beste een grotere maaihooge selec-
teren voor de eerste maaibeurt van het seizoen.
Het elektriciteitssnoer vastzetten (Afb. A, N)
Plaats de kabel in de trekontlasting (5) van de
kabel, zoals wordt getoond in afbeelding N.
WWW.VONROC.COM