25. Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u het water uit het waterreservoir
haalt en het apparaat beweegt.
26. Te veel vocht in een kamer kan condenswater aan het
raam of zelfs meubelen veroorzaken. Als dat het geval is,
dient u het apparaat uit te schakelen.
27. Houd de behuizing nooit onder stromend water en
dompel het niet onder in vloeistoffen.
28. Plaats de luchtbevochtiger altijd op een harde, effen en
vlakke ondergrond. Vermijd blootstelling aan zonlicht en
houd het apparaat altijd uit de buurt van muren en
warmtebronnen, zoals fornuizen, verwarmingstoestellen,
etc. Waarschuwing: De luchtbevochtiger kan niet juist
werken wanneer het niet op een effen ondergrond is
geplaatst.
29. Vul het waterreservoir met vers, gedistilleerd of
gedemineraliseerd water. Doe geen andere vloeistof in
het waterreservoir of de waterbak.
30. Schud de luchtbevochtiger niet, dit kan het morsen van
water in de basis van de luchtbevochtiger veroorzaken.
31. Giet geen heet water in het reservoir, d.w.z. een
temperatuur van meer dan 40°C.
32. De ideale relatieve vochtigheidsgraad voor menselijk
comfort
vochtigheidsgraad verschijnt in de vorm van condensatie
op koude oppervlakken of wanden in de kamer. Om de
vochtigheidsgraad van een kamer juist te meten, koop
een hygrometer te vinden bij de meeste speciaalzaken of
hypermarkten.
is
tussen
45%
en
- 102 -
65%.
Een
hoge