Thule 5F0071100A Instrucciones De Montaje página 8

NL
Montage
1. Controleer aan de hand van de montage-instructies of u alle onderdelen
heeft.
2. Maak het dak van de auto schoon, alsmede de onderdelen van het prod-
uct die in aanraking komen met het dak.
3. Lees de montage-instructies en eventuele aanbevelingen door en volg
deze nauwkeurig op. Monteer daarna stap voor stap 1, 2, etc.
4. Als er in de montage-instructies geen speciale montageposities worden
aangegeven, moet een minimale afstand van 700 mm tussen de dwarss-
tangen worden nagestreefd.
5. Bij het vervoer van een lange lading mag de afstand tussen de dwarss-
tangen niet kleiner zijn dan 600 mm..
6. Controleer na het monteren altijd of de allesdrager goed op het dak
vastzit. Probeer de allesdrager van zijn plaats te duwen. Probeer ook
om de spanklemmen van het dak te trekken. Als u op een van beide
manieren beweging in de allesdrager krijgt, moet deze steviger worden
vastgezet. Deze test moet regelmatig worden uitgevoerd.
7. Sommige typen zonnedak en sommige antennes kunnen niet worden
gebruikt als het
8. Het imperiaal mag niet op auto's worden gemonteerd met een glazen
dak, tenzij anders aangegeven in de montage-instructie.
9. Thule kan niet verantwoordelijk gehouden worden voor persoonlijke
schade aan eigendom of verlies van fortuin als gevolg van onjuiste mon-
tage of gebruik van het product.
10. Er mogen geen wijzigingen worden aangebracht in het product.
11. Raadpleeg uw Thule-dealer als u vragen heeft over de werking en be-
perkingen van de producten van Thule. Lees alle instructies en informatie
over de garantie zorgvuldig door.
Lading
1. De in de montage-instructies aangegeven maximale last mag niet
overschreden worden. Houd echter ook rekening met de instructies van
de autofabrikant over de toegestane maximale last. Als de aanbevolen
maximale lasten van elkaar afwijken, dan geldt de laagste. Max. daklast
= het gewicht van de allesdrager + evt. accessoires + het gewicht van
de lading.
2. De lading mag aan de zijkant niet wezenlijk uitsteken buiten de alles-
drager en moet gelijkmatig over de
een zo laag mogelijk zwaartepunt.
3. Maximaal laadvermogen geldt voor tijdens het rijden alsook voor een
geparkeerd voertuig.
4. Als er meerdere surfplanken worden vervoerd, moeten die niet naast
elkaar maar op elkaar worden gelegd.
5. Bij het vervoer van surfplanken en andere lange voorwerpen dienen deze
ook aan de voor- en achterzijde van het voertuig te worden verankerd.
6. Ski's moeten met de punten naar achter worden vervoerd.
7. Alle losse of afneembare onderdelen van de lading zoals een kinderzitje,
product is gemonteerd.
allesdrager worden verdeeld met
8