Het gebruik
De kap is vervaardigd voor gebruik in de afzuigversie met
afvoer naar buiten, of de filtrerende versie, met luchtcirculatie.
Uitvoering als afzuigend apparaat
De aangezogen rook en damp worden naar buiten geleid via
een afvoerpijp die is aangesloten op de verbindingsring aan
de bovenkant van de wasemkap.
Attentie: De afvoerpijp wordt hierbij niet geleverd en moet
apart aangekocht worden.
De middellijn van de afvoerpijp moet even groot zijn als die
van de verbindingsring.
De horizontale stukken van de buis moeten enigszins omhoog
hellen (ongeveer 10°) om de lucht gemakkelijk naar buiten te
voeren.
Note. Als de wasemkap reeds is voorzien van koolstoffilter
dan moet u dit verwijderen.
Verbind
de
wasemkap
afvoeropeningen met dezelfde diameter als de luchtuitgang
(verbindingsflens).Het gebruik van wandafvoerpijpen of
afvoeropeningen met een kleinere diameter zal leiden tot een
vermogensverlies en een sterke toename van het
bedrijfsgeluid.
Iedere aansprakelijkheid hiervoor wordt afgewezen.
!
De lengte van het afvoerkanaal moet zo kort mogelijk
zijn.
!
Gebruik zo min mogelijk bochten (maximaal toegestane
hoek: 90°).
!
Vermijd grote verschillen in doorsnede.
!
Gebruik een buis met een zo glad mogelijke binnenkant.
!
Het gebruikte materiaal moet volgens norm zijn.
Vergewis u ervan dat de hendel (fig. 6/2) in de zuigstand
staat.
N.B. Alvorens het apparaat te monteren en uitsluitend voor de
afzuigversie met achter luchtafvoer (fig. 8/1), verwijder de
luchtafvoer koppeling van de kap (fig. 8/2) om de lucht vrijuit
uit de achterste afvoer te laten vloeien en plaats de
bijgeleverde dop op de bovenste luchtafvoer (fig. 8/3).
Filtrerende versie
Hiervoor is het voldoende een, bij uw leverancier verkrijgbare,
koolstoffilter te gebruiken.
De afgezogen lucht wordt ontvet en gefilterd voordat zij weer
teruggeblazen wordt in het vertrek via het bovenste rooster
aan
wandafvoerpijpen
Voorbereiding van het filterend apparaat
Bij gebruik van het apparaat als filterend apparaat (fig.
8/4) moet de bovenste opening gesloten worden met de
bijgesloten dop (fig. 8/3). Vervolgens moet het apparaat
omgeschakeld worden van afzuigend naar filterend
apparaat: duw de hendel aan de onderzijde van de verlichting
naar links, voor de uitvoering met een motor, en naar achteren
voor de uitvoering met 2 motoren (fig. 6/2). Controleer altijd,
tijdens de montage en voor het gebruik, of de opening, voor
de luchtafvoer naar buiten, aan de voorzijde vrij is.
Het installeren
De minimum afstand tussen het kookvlak van het fornuis en
het laagste deel van de afzuigkap mag niet onder de 65cm
liggen, in geval van een elektrisch fornuis en 65cm, in geval
van een gas- of gemengd fornuis.
Indien in de installatie-aanwijzing van het gaskooktoestel een
grotere afstand wordt aangegeven moet hiermee rekening
worden gehouden.
Elektrische aansluiting
en
De netspanning moet corresponderen met de spanning die
vermeld wordt op het etiket met eigenschappen, aan de
binnenkant van de wasemkap. Als de wasemkap een stekker
heeft, moet deze in een stopcontact worden gestoken dat
voldoet aan de geldende voorschriften op een, ook na de
installatie, goed bereikbare plaats. Heeft de kap geen stekker
(rechtstreekse verbinding met het net) of is deze, ook na de
installatie, niet goed te bereiken, dan moet er een tweepolige
schakelaar worden geplaatst die de volledige ontkoppeling
van het net garandeert in het geval van een overspanning van
klasse III, in overeenstemming met de installatie normen.
Attentie! Alvorens de wasemkap weer aan het voedingsnet
aan te sluiten controleer of deze goed functioneert, controleer
altijd of de voedingskabel goed gemonteerd is.
Montage
De wasemkap is voorzien van bevestigingspluggen die
geschikt zijn voor de meeste muurs/plafonds. Er moet echter
contact opgenomen worden met een gekwalificeerd technicus
om u ervan te vergewissen dat de materialen geschikt zijn
voor het type muur/plafond. Het muur/plafond moet stevig
genoeg zijn om het gewicht van de kap te houden.
Montage van het apparaat aan de wand
1.Door middel van de speciale meegeleverde afdekking teken
de plaats voor de gaten. Controleer eerst dat er geen kabels
of installatiepijpen beschadigd kunnen worden.
2.Maak de nodige gaten,steek de pluggen in en draai de
schroeven vast, bewaar een afstand, tussen schroefkop en
wand, van 6mm (fig. 7/1).
3.Plaats de kap tijdelijk tegen de muur om de juiste montage
te controleren, teken vervolgens de positie van de twee gaten
(fig.7/2).Verwijder het apparaat, boor de gaten en steek er de
pluggen in.
4.Plaats de kap weer tegen de muur, trek de schroeven (fig.
7/1) en steek er, vanuit de binnenkant van het apparaat, de
schroeven in (fig. 7/2). Maak de flens van het apparaat vast.
17