LIJST COMPONENTEN (fig. 1)
A. - Carrosserie auto
B. - Stuur
C. - Activiteitencentrum
D. - Rugleuning/handgreep voor kinderen
E. - Zitje
F. - Armleuningen links en rechts
F. - Voetensteunen links en rechts
H. - Schommelbases links en rechts
I. - 3 bevestigingsschroeven armleuningen (2 achter en 1 voor)
L. - 2 bevestigingschroeven voetensteunen en schommelbases
M. - Handgreep om het speelgoed mee te duwen bestaande uit een handvat en twee buizen
N. - Veiligheidsgordels
MONTAGE
Voer voor de eerste montage na aankoop de volgende montagehandelingen uit, ongeacht de gewenste
gebruiksconfiguratie:
• Breng het wiel aan zoals aangegeven op afbeelding 2. Het stuur kan voor een goede montage en goed
gebruik maar in één richting aangebracht worden. Duw het omlaag tot u de klik hoort ten teken dat
het vastzit. Controleer of het stuur goed vastzit door het naar u toe te trekken.
• Breng de rugleuning aan zoals aangegeven op afbeelding 3. Duw ze omlaag tot u de klik hoort ten
teken dat ze vastzit. Controleer of de rugleuning goed vastzit door ze naar u toe te trekken.
• Om de gordels aan te brengen, laat u ze achter de rugleuning door de openingen lopen, tot de haak
onderaan de gordels in de opening vastzit. Trek aan de gordel tot u een klik hoort ten teken dat ze
vast zit (afb. 3).
• Om de gordels te verwijderen, drukt u het lipje in het uiteinde van de gordels omhoog, zodat ze los-
raken en u de gordel vrij uit de opening in het zitje kunt halen.
• Breng het zitje aan zoals aangegeven op afbeelding 4 door de voorkant aan de op de carrosserie
aangebrachte gleuven te bevestigen (afb. 4-A) en de achterkant opgeheven te houden tot het vast-
zit. Bevestig aan het einde van deze handeling ook de achterkant van het zitje zoals aangegeven op
afbeelding 4-B.
• breng de batterijen aan in het activiteitencentrum (afb. 5) met inachtneming van de volgende aanwijzin-
gen:
DE BATTERIJEN AANBRENGEN EN/OF VERVANGEN
•
De batterijen mogen altijd uitsluitend door een volwassene worden vervangen.
•
Om de batterijen te vervangen: draai de schroef van het klepje (fig. A-2) los met behulp van een
schroevendraaier, verwijder het klepje, haal de lege batterijen uit het batterijenvakje, zet er de nieu-
we batterijen in en zorg ervoor dat de polen op de juiste plaats zitten (zoals aangegeven op het
artikel), zet het klepje weer op zijn plaats terug en draai de schroef goed vast.
•
Gebruik dezelfde of gelijkwaardige alkaline batterijen als aanbevolen voor de werking van dit pro-
duct.
•
Meng geen alkaline-, standaard- (kool-zink) of herlaadbare (nikkel-cadmium) batterijen met elkaar.
•
Meng geen verschillende soorten batterijen, of lege met nieuwe batterijen.
•
Houd de batterijen of eventueel gereedschap buiten het bereik van kinderen.
•
Zorg ervoor dat er geen kortsluiting tussen de voedingsklemmen ontstaat.
33