6. Spoelen en vullen
• Voordat de installatie wordt gevuld, moet ze zorgvuldig worden gespoeld.
• Alle verbindingen moeten gecontroleerd en eventueel aangedraaid worden. Schroefverbindingen moeten bij het aandraaien veilig worden geborgd.
• Nadat de installatie is gevuld, moet het station worden ontlucht. De verwarmingsinstallatie moet evt. worden bijgevuld en de vuilvanger
worden gereinigd.
Vuilvanger „X" reinigen!
58