Anleitung RBK_3735_SPK2:_
NL
Controles voor het starten van de motor
Let op! Start of bedien de zaag nooit als de
geleiderail en de ketting niet naar behoren erop
geplaatst zijn.
1. Vul de brandstoftank met de correcte
brandstofmengeling (A) (fig. 8).
2. Vul de olietank (B) met kettingolie (fig. 8).
3. Vergewis u er zich van dat de kettingrem (C)
ontkoppeld is voordat u de motor start (fig. 8).
Na het vullen van de ketting- en olietank de
tankdop met de hand aanhalen. Gebruik
daarvoor geen gereedschap.
7. Bedrijf
7.1 Starten van de motor
1. Breng de AAN/UIT-schakelaar (A) naar de stand
"Ein (I)" om te starten (fig. 9A).
2. Trek de smoorhendel (B) uit (fig. 9B) tot hij
vastklikt.
3. Druk tien keer op de knop (C) van de
benzinepomp (fig. 9C).
4. Leg de zaag op een vaste effen onderlaag. Pak
de zaag vast zoals in de illustratie getoond. Trek
snel de starter vier keer. Let op de roterende
ketting! (Fig. 9D)
5. Schuif de smoorhendel (B) erin tot tegen de
aanslag (fig. 9B).
6. Hou de zaag vast en trek de starter snel vier keer.
De motor zou nu moeten starten (fig. 9D).
7. Laat de motor 10 seconden warmdraaien. Druk
kort op de gashendel (D), de motor gaat over tot
"stationair toerental" (fig. 9E).
Indien de motor niet start, herhaalt u de boven
beschreven stappen.
Let op! De starttrekkabel altijd langzaam
uittrekken tot de eerste weerstand voordat u hem flink
doorhaalt om te starten. Laat de starttrekkabel na het
starten niet terugschieten.
7.2 Herstarten van de warme motor
1. Vergewis u er zich van dat de schakelaar naar de
stand EIN (AAN) is gebracht.
2. Trek tien keer de starterkoord. De motor moet
aanslaan.
34
06.07.2007
8:46 Uhr
Seite 34
7.3 Stoppen van de motor
1. Laat de gashendel los en wacht tot de motor
stopt.
2. Schuif de STOP-schakelaar omlaag om de motor
te stoppen.
Aanwijzing: Om de motor in geval van nood te
stoppen, activeert u de kettingrem en brengt u de
AAN/UIT-schakelaar naar de stand "Stop (0)".
7.4 Algemene instructies voor het snijden
Let op! Het vellen van een boom zonder
opleiding is niet toegestaan!
Vellen
Vellen betekent het afzagen van een boom. Kleine
bomen met een diameter van 15 tot 18 cm zaagt men
normaal met één snede af. Bij grotere bomen moeten
kerfsneden worden aangezet.
Kerfsneden bepalen de richting waarin de boom gaat
vallen.
Let op! Voordat u begint te snijden dient u een
pad (A) te plannen en vrij te legen om zich terug te
kunnen trekken. De terugtrekpad moet naar achteren
en diagonaal t.o.v. de achterzijde van de te
verwachten valrichting verlopen, zoals voorgesteld in
fig. 11.
Let op! Bij het vellen van een boom op een
helling moet de bedieningspersoon van de
kettingzaag op de opstijgende kant van de helling
gaan staan omdat de boom na het vellen
hoogstwaarschijnlijk de helling eraf gaat rollen of
glijden.
Aanwijzing: De valrichting (B) wordt door de
kerfsnede bepaald. Voordat u begint te snijden dient
u rekening te houden met de plaats van grotere
takken en met de natuurlijke schuinte van de boom
om het neerkomen van de boom te schatten (fig. 11).
Let op! Vel geen boom als er een harde wind of
wind uit wisselende richtingen waait of als het gevaar
voor schade aan eigendom bestaat. Raadpleeg een
specialist voor het vellen van bomen. Vel geen boom
als die op leidingen terecht zou kunnen komen en
verwittig de overheid die voor deze leiding bevoegd is
voordat u de boom velt.
Algemene richtlijnen voor het vellen van bomen
(fig. 12)
Normaal worden bij het vellen 2 hoofdsneden
toegepast: inkepen (C) en velsnede (D).
Begin met de bovenste kerfsnede (C) aan de
overkant van de valzijde van de boom (E). Let er op