N eD e r l A N D S
t. Schuine klemhendel
u. Schuine schaal
v. Bevestigingsgaten voor werkbank
w. Knop vergrendeling omlaag
x. Bewegingsbalken
y. Zaagkop
z. Stiftsleutels
aa. Kabelklem
bb. Kabel
cc. Draaiknop snelheidsbeheer
dd. Gat voor hangslot
ee. Knop 'negeren'
ff. Draaghendel (links en rechts)
gg. Binnenflens
OPTiOneLe aCCessOires [FiG. 3–6]
hh. Tafeleinde plaat
ii. Ondersteunende geleidende rails
jj. Plaat voor materiaalondersteuning
kk. Materiaalklem
ll. Draaistop
mm. Verstelbare standaard 760 mm (max. hoogte)
nn. Pootstandaard
oo. Lengtestop voor korte werkstukken (te gebruiken met geleidende
rails [ii])
pp. Roltafel
qq. Stofverwijderingsbuizen
rr. Driewegs connector
elektrische veiligheid
De elektrische motor is slechts voor één voltage ontworpen. Controleer
altijd of de stroomvoorziening overeenkomt met het voltage op het
typeplaatje.
Uw gereedschap is dubbel geïsoleerd in overeenstemming
met EN 61029; daarom is geen aarding nodig.
Als het stroomsnoer vervangen dient te worden, dient dit uitsluitend te
worden gedaan door een geautoriseerde servicemedewerker of een
erkende elektricien.
De volgende kabels zijn verplicht:
DW777 / DW771:
DW777 LX / DW771 LX:
een verlengsnoer gebruiken
Als een verlengsnoer nodig is, gebruikt u een goedgekeurd
verlengsnoer dat geschikt is voor de stroomtoevoer van dit
gereedschap (zie technische gegevens).
De minimale conductorgrootte is 1,5 mm
dient u het snoer altijd volledig af te rollen.
spanning valt weg
Bij stroomuitval valt het voltage korte tijd weg. Bij ongunstige
stroomvoorziening kan hierdoor andere apparatuur worden beïnvloed.
Als de systeemimpedantie van de stroomvoorziening lager is dan 0,25
Ω
is het niet waarschijnlijk dat zich verstoringen voordoen.
assemBLaGe
WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te
verminderen schakelt u het apparaat uit en sluit u de
stroombron van de machine af voordat u accessoires
installeert of verwijdert, voordat u instelling aanpast of
wijzigt, of wanneer u reparaties uitvoert. Zorg ervoor dat
de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het
onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken.
56
H07RN-F, 2x1,0 mm²
H05RR-F, 2x1,5 mm²
. Als u een haspel gebruikt,
2
Uitpakken
De motor en beschermingen zijn al op de basis geassembleerd.
Kabelklem [fig. 7]
Steek de kabel (bb) in de kabelklem (aa). Zorg dat er voldoende speling
is zodat de zaagkop kan bewegen, en maak vervolgens de klem vast
met een schroef.
het monteren op de werkbank [fig. 2]
1. Er is in gaten (v) voorzien in alle vier de poten om het mogelijk te
maken het apparaat op een werkbank te bevestigen. De gaten
zijn geschikt voor het bevestigen met verschillende soorten
bouten. Gebruik één van de gaten; het is niet nodig beide gaten
te gebruiken. Bevestig uw zaag altijd stevig om bewegen te
voorkomen.
Om de draagbaarheid te verhogen kan het gereedschap
worden bevestigd op een 12,5 mm dik stuk multiplex die aan
uw werkondersteuning kan worden geklemd of naar andere
werkplaatsen kan worden gebracht en weer kan worden
vastgeklemd.
2. Als u de zaag op multiplex bevestigt, zorg er dan voor dat de
bevestigingsschroeven niet uitsteken aan de onderkant van het
hout.
Het multiplex dient vlak op de werkondersteuning te staan. Als u
de zaag op een werkoppervlak vastklemt, klem dan alleen vast op
de klemknoppen waar de gaten voor de bevestigingsschroef zich
bevinden. Het vastklemmen op een ander punt belemmert het
correct functioneren van de zaag.
3. Om binding en onjuistheid te voorkomen zorgt u ervoor dat het
bevestigingsoppervlak niet kromgetrokken of anderszins oneffen
is. Als de zaag op het oppervlak wiebelt, plaats u een dun stuk
materiaal onder één zaagvoet totdat de zaag stevig op het
bevestigingsoppervlak staat.
het zaagblad bevestigen [fig. 8–10]
WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te
verminderen schakelt u het apparaat uit en sluit u de
stroombron van de machine af voordat u accessoires
installeert of verwijdert, voordat u instelling aanpast of
wijzigt, of wanneer u reparaties uitvoert. Zorg ervoor dat
de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het
onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING: De tanden van een nieuw zaagblad
zijn zeer scherp en kunnen gevaarlijk zijn.
1. Steek de 6 mm stiftsleutel (z) in de tegenoverliggende plaats van de
bladschacht en houd deze vast [fig. 8].
2. Maak de zaagbladbout (f) los door deze met de klok mee te
draaien. Verwijder de zaagbladbout (f) en de buitenflens (e).
3. Druk op de onderste bescherming/hoofdvergrendeling
vrijgavehendel (b) om de onderste bladbescherming (g) op te tillen
en verwijder het zaagblad (h).
4. Plaats het nieuwe zaagblad in de houder op de binnenflens (gg)
waarbij u ervoor zorgt dat de zaagtanden aan de onderrand van
het blad naar het hek gericht zijn (weg van de operator).
5. Plaats de buitenflens (e) weer, waarbij u ervoor zorgt dat de
verbindingslippen (ss) juist staan, één aan iedere kant van de
motorkast.
6. Maak de zaagbladbout (f) vast door deze tegen de klok in te
draaien terwijl u de 6 mm stiftsleutel (z) vasthoudt met uw andere
hand [fig. 10].
aanPassinGen
WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te
verminderen schakelt u het apparaat uit en sluit u de
stroombron van de machine af voordat u accessoires
installeert of verwijdert, voordat u instelling aanpast of
wijzigt, of wanneer u reparaties uitvoert. Zorg ervoor dat
de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het
onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken.
Uw verstekzaag is in de fabriek correct ingesteld. Als aanpassing als
gevolg van het transport en de opslag of een andere reden nodig is,
volgt u de onderstaande stappen om uw zaag aan te passen. Als deze
eenmaal gemaakt zijn, dienen deze aanpassingen juist te zijn.