2. Veiligheidsinstructies
2.1 Gebruik
1. Gebruik het product niet in de buurt van een warmtebron, zoals vuur of een verwarmingsoven.
2. Vermijd contact met vloeistoffen. Dompel het product niet onder in water en laat het niet nat worden.
Gebruik het product niet bij regen of in vochtige omgevingen.
3. Gebruik het product niet in een omgeving met sterke statische elektriciteit/magnetische velden.
4. Haal het product niet uit elkaar en doorboor het niet met scherpe voorwerpen.
5. Gebruik geen draden of andere metalen voorwerpen die kortsluiting kunnen veroorzaken.
6. Gebruik geen onderdelen of accessoires van derden. Als u onderdelen of accessoires moet vervangen,
ga dan naar de officiële EcoFlow-kanalen voor relevante informatie.
7. Houd u bij het gebruik van het product strikt aan de omgevingstemperatuur voor gebruik dat in
deze gebruiksaanwijzing wordt vermeld. Als de temperatuur te hoog is, kan dit brand of een explosie
veroorzaken. Als de temperatuur te laag is, kunnen de prestaties van het product sterk afnemen of
werkt het product niet meer.
8. Stapel geen zware voorwerpen op het product.
9. Vergrendel de ventilator niet met kracht tijdens gebruik en plaats het product niet in een niet-
geventileerde of stoffige omgeving.
10. Voorkom stoten, vallen of ernstige trillingen tijdens het gebruik van het product. Schakel in geval
van een ernstige externe botsing de voeding onmiddellijk uit en gebruik het product niet meer.
Zorg ervoor dat het product tijdens het transport goed is bevestigd om trillingen en schokken te
voorkomen.
11. Als u het product per ongeluk in water laat vallen tijdens het gebruik, plaats het dan op een veilige,
open plek en blijf uit de buurt tot het volledig droog is. Het gedroogde product mag niet opnieuw
worden gebruikt en moet op de juiste wijze worden afgevoerd volgens Sectie 2.2 hieronder. Als het
product vlam vat, raden wij u aan de brandblussers in de volgende volgorde te gebruiken: water of
waternevel, zand, branddeken, droogpoeder en ten slotte een brandblusser met kooldioxide.
12. Gebruik een droge doek om vuil van de productpoorten te verwijderen.
13. Plaats het product op een vlakke ondergrond om schade te voorkomen die wordt veroorzaakt door
omvallen. Als het product is omgevallen en ernstig beschadigd is geraakt, schakelt u het onmiddellijk
uit, plaatst u de batterij in een open ruimte, houdt u deze uit de buurt van personen en brandbare
materialen en voert u de batterij af in overeenstemming met de plaatselijke wet- en regelgeving.
14. Houd het product buiten het bereik van kinderen en huisdieren.
2.2 Verwijderingsgids
1. Als de omstandigheden dit toelaten, moet u ervoor zorgen dat de batterij volledig is ontladen voordat
u deze weggooit in een daarvoor aangewezen recyclingbak voor batterijen. Het product bevat
batterijen met potentieel gevaarlijke chemicaliën, dus het is ten strengste verboden het product af te
voeren in gewone vuilnisbakken. Volg voor meer informatie de lokale wetten en voorschriften voor het
recyclen en afvoeren van batterijen.
2. Als de batterij niet volledig kan worden ontladen als gevolg van een defect product, dient u de
batterij niet rechtstreeks in de recyclingbak voor batterijen te doen. Neem in dat geval contact op
met een professioneel recyclingbedrijf voor batterijen voor verdere verwerking.
3. Gooi overmatig ontladen batterijen die niet kunnen worden opgeladen weg.
2