Opladen
Gebruik de Type-C USB-kabel om het apparaat op te
laden. Het indicatielampje blijft tijdens het opladen
constant in de kleur rood branden en wordt groen als de
batterij is opgeladen.
Tips
● Als uw selfiestick via Bluetooth aan een ander
apparaat gekoppeld is en 10 minuten lang geen
activiteit vertoont, wordt de selfiestick automatisch in
de slaapstand gezet. Druk in dat geval op de
sluiterknop om de koppeling te herstellen.
Als de selfiestick langer dan 6 uur in de slaapstand
staat, wordt de stick automatisch uitgeschakeld.
● Als de batterij bijna leeg is, knippert het
indicatielampje op de selfiestick in de kleur rood. Laad
de batterij van de selfiestick dan meteen op.
● Wanneer de selfiestick niet aan een apparaat
gekoppeld is, houd de knop opvullicht dan 2 seconden
ingedrukt om het vullicht aan of uit te zetten. Druk
nogmaals op de knop opvullicht om de helderheid aan
te passen.
● voor sommige Android-telefoons kunt u dubbel op de
sluiterknop drukken om een momentopname te maken.
Veiligheidsinformatie
● Sommige draadloze apparaten kunnen storingen
veroorzaken in medische implantaten en andere
medische apparatuur, zoals pacemakers,
gehoorapparaten en cochleaire implantaten.
Raadpleeg de fabrikant van uw medische apparatuur
voor meer informatie.
● Bewaar een minimale afstand van 15 cm tussen dit
apparaat en medische implantaten (zoals pacemakers
of cochleaire implantaten) om mogelijke interferentie
te voorkomen.
● Bewaar of vervoer dit apparaat of bijbehorende
accessoires voor uw veiligheid niet met brandbare
vloeistoffen, gassen of explosieven.
● Gebruik het apparaat niet tijdens het autorijden en laat
u op geen enkele manier afleiden.
● Plaats het apparaat niet rechtstreeks boven of binnen
het bereik van airbags. Als een airbag geactiveerd
wordt, kan het apparaat door een sterke inslag bij
passagiers ernstig letsel veroorzaken.
● Vermijd stoffige, vochtige of vuile omgevingen.
Vermijd magnetische velden. Het gebruik van het
apparaat in deze omgevingen kan storingen in het
circuit veroorzaken.
● Gebruik het apparaat waar de omgevingstemperatuur
tussen -10°C en +40°C is. Bewaar het apparaat met
toebehoren op een locatie waar de
omgevingstemperatuur tussen -20°C en +60°C is.
Extreme hitte of kou kan het apparaat beschadigen.
● Plaats het apparaat niet in de buurt van warmte- of
ontstekingsbronnen (zoals verwarming, magnetrons,
ovens, fornuis, kaarsen, enzovoort).
● Houd het apparaat met toebehoren buiten het bereik
van kinderen en huisdieren om te voorkomen dat
onderdelen per ongeluk worden ingeslikt en de kans
op verstikking of andere gevaarlijke omstandigheden
veroorzaakt.
● Kinderen mogen het apparaat alleen gebruiken onder
toezicht van een volwassene.
17
Nederlands