NL
heid en die van anderen en zorgen
dat het apparaat probleemloos
functioneert.
•
Werk niet met een beschadigd of on-
volledig apparaat. Gebruik alleen een
omgebouwd apparaat als de fabrikant
hiervoor toestemming heeft gegeven.
Gebruik het apparaat nooit met de-
fecte persoonlijke beschermingsmid-
delen. Controleer voor het gebruik of
het apparaat veilig is.
•
Gebruik het apparaat alleen als alle
handgrepen en veiligheidsvoorzienin-
gen zijn aangebracht.
•
Controleer voor gebruik of onderdelen
van de snij-inrichting zoals de messen
of messchroeven zonder problemen
functioneren, niet klemmen, bescha-
digd of versleten zijn. Werk uitsluitend
met intacte snij-inrichting.
•
Gebruik alleen (reserve)onderdelen
die door de fabrikant worden geleverd
of aanbevolen.
•
Pak het apparaat nooit vast aan de
mesbalk en houd het apparaat nooit
vast aan de veiligheidsvoorzieningen.
•
Schakel de motor uit,
- als u het apparaat niet gebruikt, ver-
voert of onbeheerd achterlaat,
- voorafgaand aan controles, onder-
houd of werkzaamheden aan de
heggenschaar;
- voorafgaand aan instelling van de
arbeidspositie van de snijdinrichting;
- als u het apparaat inspecteert of
blokkeringen verwijdert,
- als u reinigings- of onderhouds-
werkzaamheden uitvoert of acces-
soires verwisselt,
- nadat de machine in aanraking is
geweest met andere voorwerpen of
als het apparaat abnormaal trilt.
36
•
Probeer het apparaat niet zelf te repa-
reren, tenzij u een geschikte opleiding
hebt genoten. Alleen op een door ons
aangewezen servicepunt mogen werk-
zaamheden worden verricht die niet in
deze handleiding staan vermeld.
•
Gebruik het apparaat niet in de nabij-
heid van ontvlambare vloeistoffen of
gassen. Let op dat er geen afzettin-
gen, bladeren of smeermiddelen op de
motor en geluidsdemper komen. Als
deze veiligheidsinstructie niet wordt
opgevolgd, bestaat er brand- en ex-
plosiegevaar.
•
Gebruik tijdens het transport of het
bewaren altijd de beschermhoes voor
de messen. Bewaar het apparaat op
een droge plaats en buiten bereik van
kinderen.
•
Behandel uw apparaat zorgvuldig.
Houd het apparaat scherp en schoon,
zo kunt u beter en veiliger werken.
Volg de onderhoudsvoorschriften op.
Neem voor onderdelen contact op met
het servicecenter van.
•
Opgelet voor bovengrondse elektri-
sche leidingen.
•
Ga voorzichtig om met brandstof om-
dat hij licht ontvlambaar is en de dam-
pen kunnen ontploffen. De volgende
punten moeten worden opgevolgd.
- Verwijder nooit de tankdop wanneer
de motor loopt of nog heet is.
- Laat de motor en de onderdelen van
de uitlaat afkoelen alvorens benzine
bij te gieten.
- Vul de tank alleen in de open lucht.
- Berg de heggenschaar of de brand-
stoftank nooit op in een ruimte, waar
zich een open vlam, zoals een boi-
ler, bevindt.
- Indien de benzine is overgelopen,
probeer dan niet de motor te starten,
maar haal het apparaat weg van het