OBJ_BUCH-2049-001.book Page 43 Thursday, September 5, 2013 9:03 PM
Nivelleernauwkeurigheid
Nauwkeurigheidsinvloeden
De grootste invloed oefent de omgevingstemperatuur uit.
Vooral vanaf de grond naar boven toe verlopende tempera-
tuurverschillen kunnen de laserstraal afbuigen.
Omdat de temperatuurverschillen in de buurt van de grond of
vloer het grootst zijn, dient u het meetgereedschap indien
mogelijk op een in de handel verkrijgbaar statief te monteren
en het in het midden van het werkoppervlak op te stellen.
Behalve externe invloeden, kunnen ook apparaatspecifieke
invloeden (zoals een val of een hevige schok) tot afwijkingen
leden. Controleer daarom altijd voor het begin van de werk-
zaamheden de nauwkeurigheid van het meetgereedschap.
Controleer altijd eerst de hoogte- en nivelleernauwkeurigheid
van de horizontale laserlijn en vervolgens de nivelleernauw-
keurigheid van de verticale laserlijn.
Als het meetgereedschap bij een van de controles de maxima-
le afwijking overschrijdt, dient u het door een Bosch-klanten-
service te laten repareren.
Hoogtenauwkeurigheid van de horizontale lijn controleren
Voor de controle heeft u een vrij meettraject van 5 meter op
een vaste ondergrond tussen twee muren A en B nodig.
– Monteer het meetgereedschap dicht bij muur A op de hou-
der resp. een statief of plaats het op een stabiele en vlakke
ondergrond. Schakel het meetgereedschap in.
A
5 m
– Richt de laser op de nabijgelegen muur A en laat het meet-
gereedschap nivelleren. Markeer het midden van het punt
waarop de laserlijnen elkaar bij de muur snijden (punt I).
A
180°
– Draai het meetgereedschap 180°, laat het nivelleren en
markeer het snijpunt van de laserlijnen op de tegenoverlig-
gende muur B (punt II).
Bosch Power Tools
– Plaats het meetgereedschap – zonder het te draaien –
dicht bij muur B, schakel het in en laat het nivelleren.
A
– Stel het meetgereedschap in hoogte zo af (met behulp van
het statief of indien nodig door er iets onder te plaatsen),
dat het snijpunt van de laserlijnen precies het eerder ge-
markeerde punt II op muur B raakt.
A
d
– Draai het meetgereedschap 180°, zonder de hoogte te
B
veranderen. Richt het zo op muur A, dat de verticale laser-
lijn door het reeds gemarkeerde punt I loopt. Laat het
meetgereedschap nivelleren en markeer het midden van
het snijpunt van de laserlijnen op muur A (punt III).
– Het verschil d tussen beide gemarkeerde punten I en III op
muur A levert de feitelijke hoogteafwijking van het meetge-
reedschap op.
De maximaal toegestane afwijking d
d
= dubbele afstand van de muren x 0,3 mm/m
max
Voorbeeld: Bij een afstand van de muren van 5 meter mag de
maximale afwijking
d
= 2 x 5 m x 0,3 mm/m = 3 mm bedragen. De markerin-
max
gen mogen daarom hoogstens 3 mm uit elkaar liggen.
B
Nivelleernauwkeurigheid van de horizontale lijn
controleren
Voor de controle heeft u een vrij oppervlak van ca. 5 x 5 meter
nodig.
– Monteer het meetgereedschap in het midden tussen de
muren A en B op de houder resp. een statief of plaats het
op een stabiele en vlakke ondergrond. Laat het meetge-
reedschap nivelleren.
Nederlands | 43
B
B
180°
berekent u als volgt:
max
1 618 C00 94T | (5.9.13)