NL
Veilig werken met het gereedschap is alleen mogelijk in-
dien u de gebruiksaanwijzing en de veiligheidsvoor-
schriften volledig leest en de daarin gegeven voorschrif-
ten strikt opvolgt. Laat andere personen die met deze
zaagmachine moeten werken eerst deze gebruiksaan-
wijzing lezen.
Tijdens het lassen ontstaan wegvliegende vonken.
Daardoor kunnen brandbare materialen worden ont-
stoken.
Verwijder voor het begin van de werkzaamheden op-
losmiddelen, ontvettingsmiddelen en andere brandbare
materialen uit de werkomgeving. Dek niet-verplaatsba-
re brandbare materialen af.
Voer alleen laswerkzaamheden uit als de omgevings-
lucht geen hoge concentraties van stof, zuurdampen,
gassen of ontvlambare substanties bevat. Bijzondere
voorzichtigheid is geboden bij reparatiewerkzaamhe-
den aan buissystemen en tanks die brandbare vloeistof-
fen of gassen als inhoud hebben resp. hebben gehad.
Laat het apparaat niet in de regen staan en spuit het
niet af, ook niet met een hogedrukspuit. Het apparaat
mag niet vochtig zijn en mag niet in een vochtige om-
gevingslucht worden gebruikt.
De boogstraling tijdens het lassen kan het oog verwon-
den. Las nooit zonder laskap met lasglazen van het juis-
te beschermingsniveau. Waarschuw personen in uw
omgeving voor de straling van de boog.
De gassen die tijdens het lassen ontstaan, zijn schade-
lijk voor de gezondheid. Gebruik een geschikte afzuig-
voorziening voor gassen en snijdampen.
Gebruik een ademapparaat wanneer gevaar voor in-
ademing van las- of snijdampen bestaat.
Als bij de werkzaamheden de stroomkabel wordt be-
schadigd of doorgeknipt, mag de kabel niet worden
aangeraakt, maar moet onmiddellijk de stekker uit het
stopcontact worden getrokken. Gebruik het apparaat
nooit met een beschadigde kabel.
Plaats een brandblusapparaat binnen handbereik.
Voer na beëindiging van de laswerkzaamheden een
brandcontrole uit.
Probeer nooit het reduceerventiel uit elkaar te nemen.
Explosiegevaar! Vervang een defect reduceerventiel.
Onderdelen van het gereedschap
1 Huis
2 Indicaties en bedieningselementen
3 Aansluitbus minpool
4 Aansluitbus pluspool
5 Luchtafvoer
6 Hoofdschakelaar
7 Netsnoer
*Afgebeeld of beschreven toebehoren wordt niet altijd meegeleverd.
Gebruik volgens bestemming
Het apparaat is bestemd voor laswerkzaamheden in industriële en overi-
ge bedrijfsomgevingen.
De gebruiker is aansprakelijk voor defecten bij gebruik dat niet volgens
de bestemming is
28
All manuals and user guides at all-guides.com
Voor uw veiligheid
Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan het huis defect is.
Het apparaat mag alleen worden aangesloten op:
– een stroomnet dat volgens de voorschriften is geaard. Het stopcon-
tact en de verlengkabel moeten een goed werkende aardeaanslui-
ting hebben.
– een stroomaggregaat met voldoende capaciteit.
Let op een goed en rechtstreeks contact van de werkstukkabel in de
onmiddellijke nabijheid van de lasplaats. Geleid de lasstroom niet
via kettingen, kogellagers, staalkabels, aardkabels etc., aangezien
deze daarbij kunnen doorsmelten.
Bevestig uzelf en het apparaat bij werkzaamheden op een hoogge-
legen of hellende werkplek.
Draag beschermende kleding, leren handschoenen en een leren
schort.
Scherm de werkplek met zeilen of beweegbare wanden af.
Ontdooi geen bevroren buizen of leidingen met behulp van een las-
apparaat.
In gesloten tanks, bij werkomstandigheden met weinig ruimte en bij
verhoogd elektrisch gevaar mogen alleen apparaten met het
teken worden gebruikt.
S
Schakel het apparaat uit voordat u de stekker uit het stopcontact
trekt en als u de werkzaamheden onderbreekt.
TIG-lassen: Voorkom omvallen van de gasfles door deze aan een
wandhouder of op een flessenwagen met de borgketting vast te ma-
ken. Tijdens onderbrekingen van de werkzaamheden en na het las-
sen moet het flesventiel altijd worden gesloten.
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u de opstellingsplaats wij-
zigt of werkzaamheden aan het apparaat uitvoert.
Open het apparaat nooit kort na gebruik op het stroomnet. Hete on-
derdelen en op hoge spanning opgeladen condensatoren kunnen u
in gevaar brengen.
Steek geen voorwerpen door het ventilatierooster. U kunt daarbij
een dodelijke stroomschok krijgen.
Boor niet in de behuizing en breng geen nieten aan om het gereed-
schap te markeren. Gebruik stickers.
Gebruik alleen origineel Würth-toebehoren.
Neem de voor uw land geldende voorschriften ter voorkoming van ongevallen in acht.
Bescherming van het apparaat
Het apparaat is elektronisch tegen overbelasting beschermd. Bedien de
hoofdschakelaar echter niet bij belasting.
Het apparaat wordt gekoeld door een ventilator.
Let er daarbij op dat de luchtafvoer 5 altijd vrij is.
Steek geen voorwerpen door de ventilatiesleuven. U kunt daardoor de
ventilator beschadigen.
Las nooit terwijl de ventilator defect is, maar laat het apparaat repareren.
Gebruik geen sterke zekeringen dan de waarde die vermeld staat op het
typeplaatje van het apparaat.
Als het apparaat moet worden verplaatst, moet het in verticale stand aan
de riem worden gedragen.
Inschakelduur (ID)
De inschakelduur (ID) wordt aangegeven op basis van een arbeidscyclus
van 10 minuten. ID 60% betekent derhalve een lasduur van 6 minuten.