NEDERLANDS
geïrriteerde huid. Als de vloeistof in uw ogen komt, moet u
uw ogen direct uitspoelen met water en onmiddellijk uw
huisarts raadplegen.
Laders
De lader is ontworpen voor een specifieke spanning.
Controleer altijd of de netspanning overeenkomt met de
waarde op het typeplaatje.
Waarschuwing! Probeer nooit om de oplaadeenheid door
een normale stekker te vervangen.
Gebruik de lader van Black & Decker alleen voor de accu's
in het apparaat waarbij de lader is bijgeleverd. Andere accu's
kunnen exploderen met letsel en materiële schade tot
gevolg.
Niet-laadbare accu's mogen nooit worden opgeladen.
Een defect snoer moet direct worden vervangen.
Stel de lader niet bloot aan water.
Open de lader niet.
Prik nooit met een scherp voorwerp in de lader.
Laad de accu in een goed geventileerde locatie.
Storingsvrije scheidingstransformator. De
netspanning is elektrisch van de
transformatoruitgang gescheiden.
130
o
C
De lader wordt automatisch uitgeschakeld als de
omgevingstemperatuur te ver oploopt. Hierdoor zal
de lader onbruikbaar worden. Neem de lader in dat
geval uit het stopcontact en laat deze door een
erkend servicecentrum repareren.
Lees de gehele gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
Dit apparaat is alleen bestemd voor gebruik
binnenshuis.
Elektrische veiligheid
Dit apparaat is dubbel geïsoleerd; een
aardaansluiting is daarom niet noodzakelijk.
Controleer altijd of uw netspanning overeenkomt
met de waarde op het typeplaatje.
Als het netsnoer is beschadigd, moet dit worden
vervangen door de fabrikant of een Black & Decker-
servicecentrum om gevaren te voorkomen.
30
All manuals and user guides at all-guides.com
Onderdelen
Het apparaat kan de volgende onderdelen bevatten:
1. Aan-/uitschakelaar luchtperspomp
2. Luchtslang met universele klepadaptor
3. Drukmeter
4.
Zware koperen klemmen
5.
Aan-uitschakelaar van het LED-lampje voor AREA
6. Indicator voor omgekeerde polariteit
7. Startkabels
8. Netadaptor
9. Aan-/uitschakelaar
10. LED-lampje voor AREA
11. Knop voor accustatus
12. Draagbeugel
13. LED-lampjes voor accustatus
14. Aansluiting voor lader (12V-gelijkstroom)
15. Opslagruimte voor hulpstukken
16. Klemhouders
GEBRUIK
Het apparaat opladen (fig. A)
Bij aanschaf is het apparaat gedeeltelijk opgeladen.
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gaat
gebruiken, moet u het eerst 48 uur opladen met de
wisselstroomlader (8).
U moet de loodzuurbatterijen regelmatig controleren om er
zeker van te zijn dat de batterijen goed worden opgeladen
en lang meegaan. Alle batterijen verliezen stroom door
zelfontlading. Bij hoge temperaturen gebeurt dit nog sneller.
Laad wanneer u het apparaat niet gebruikt, de batterij
minstens elke 60 dagen op.
Controleer het accuniveau door op de accustatusknop
(11) te drukken. Het LED-lampje van de laadstatus (13)
geeft aan hoeveel de batterij is opgeladen. Als er
slechts één rood LED-lampje brandt, moet u het
apparaat opladen.
Opmerking: De batterij gaat langer mee als u deze na
gebruik weer oplaadt. De levensduur van de batterij wordt
bekort als u deze te veel uitput of de batterij te lang oplaadt.
De accu kan met gebruik van de netadaptor worden
opgeladen (8).
Het apparaat met de wisselstroomlader opladen (fig. A)
Als de eenheid wordt opgeladen, moeten de aan-
uitschakelaar (9) en het LED-lampje voor AREA (10) zijn
uitgeschakeld.
Tijdens het opladen gaan de rode LED-lampjes één voor
één branden.
Laad het apparaat op totdat het groene lampje brandt.
Laad het apparaat dan nog een of twee uur op.