Open of vervorm de accu('s) niet. Het elektrolyt
5.
is agressief en kan letsel toebrengen aan de ogen
en huid. Het kan giftig zijn bij inslikken.
6.
Laad de accu niet op in de regen of op een
natte plaats.
In gebruik nemen
1.
Alvorens het gereedschap te monteren of af te
stellen, verwijdert u de accu.
2.
Trek veiligheidshandschoenen aan voordat u
het snijgarnituur hanteert.
3.
Voordat u de accu aanbrengt, inspecteert u het
gereedschap op beschadigingen, losse schroe-
ven/moeren en verkeerde montage. Als het snij-
garnituur verbogen of beschadigd is, vervangt
u het. Controleer of alle bedieningshendels
en -schakelaars gemakkelijk kunnen worden
bediend. Maak de handgrepen schoon en droog.
Probeer nooit het gereedschap in te schakelen
4.
als het beschadigd of nog niet volledig gemon-
teerd is. Anders kan ernstig letsel ontstaan.
5.
Stel het schouderdraagstel af. Stel indien
mogelijk de handgreep af op de lichaams-
grootte van de gebruiker.
6.
Wanneer u een accu aanbrengt, controleert
u of het snijgarnituur uw lichaam en andere
voorwerpen, zoals de grond, niet raakt. Dit kan
bij het inschakelen gaan draaien en persoonlijk
letsel, schade aan het gereedschap en/of materi-
ele schade veroorzaken.
Verwijder alle afstelsleutels en tangen voordat
7.
u het gereedschap inschakelt. Een accessoire
dat nog aan een draaiend deel van het gereed-
schap vastzit, kan persoonlijk letsel veroorzaken.
8.
Het snijgarnituur moet zijn uitgerust met een
beschermkap. Gebruik het gereedschap nooit
met een beschadigde beschermkap of zonder
aangebrachte beschermkap!
9.
Verzeker u ervan dat er geen elektriciteitska-
bels, waterleidingen, gasleidingen, enz. zijn
die een gevaarlijke situatie zouden kunnen
veroorzaken als ze worden beschadigd door
het gebruik van dit gereedschap.
Gebruik
1.
In geval van nood zet u het gereedschap
onmiddellijk uit.
2.
Als u tijdens gebruik een ongebruikelijke situ-
atie opmerkt (bijv. geluid, trillingen), schakelt
u het gereedschap uit en verwijdert u de accu.
Gebruik het gereedschap niet meer totdat de
oorzaak is opgespoord en verholpen.
3.
Het snijgarnituur blijft nog een korte tijd draaien
nadat het gereedschap is uitgeschakeld. Raak
het snijgarnituur niet onmiddellijk aan.
4.
Draag tijdens gebruik het schouderdraagstel
indien dit is geleverd bij het gereedschap.
Houd het gereedschap stevig tegen uw
rechterzij.
5.
Reik niet te ver. Zorg altijd voor een stevige
stand en goede lichaamsbalans. Kijk uit voor
verborgen obstakels, zoals boomstronken,
boomwortels en greppels, om te voorkomen
dat u valt.
All manuals and user guides at all-guides.com
Zorg dat u stevig staat op hellingen.
6.
7.
Loop gewoon en ren niet.
8.
Werk nooit op een ladder of in een boom om te
voorkomen dat u de controle over het gereed-
schap verliest.
9.
Nadat tegen het gereedschap is gestoten
of het is gevallen, controleert u de staat
ervan voordat u de werkzaamheden hervat.
Controleer de bedieningselementen en veilig-
heidsvoorzieningen op een juiste werking. Als
enige beschadiging zichtbaar is of u twijfelt,
vraagt u ons erkende servicecentrum om
inspectie en reparatie.
10. Raak het tandwielhuis niet aan tijdens en onmid-
dellijk na gebruik. Het tandwielhuis wordt tijdens
gebruik erg warm en kan brandwonden veroorzaken.
11.
Neem een pauze om te voorkomen dat u door
vermoeidheid de controle over het gereed-
schap verliest. Wij adviseren u ieder uur 10 tot 20
minuten te rusten.
12. Wanneer u het gereedschap achterlaat, al is
het maar even, verwijdert u altijd de accu. Een
onbeheerd gereedschap met een aangebrachte
accu kan door onbevoegden worden gebruikt en
tot een ernstig ongeval leiden.
13. Als gras of takken bekneld raken tussen het
snijgarnituur en de beschermkap, schakelt u
altijd het gereedschap uit en verwijdert u de
accu voordat u ze verwijdert. Als u dat niet doet,
kan het snijgarnituur onbedoeld gaan ronddraaien
en ernstig letsel veroorzaken.
14. Raak gevaarlijke, bewegende delen nooit aan
voordat de bewegende delen volledig tot stil-
stand zijn gekomen en de accu is verwijderd.
15. Als het snijgarnituur een steen of ander hard
voorwerp raakt, schakelt u het gereedschap
onmiddellijk uit. Verwijder daarna de accu en
inspecteer het snijgarnituur.
16. Controleer het snijgarnituur tijdens gebruik
veelvuldig op barsten of beschadigingen.
Voordat u inspecteert, verwijdert u de accu
en wacht u tot het snijgarnituur volledig tot
stilstand is gekomen. Vervang een beschadigd
snijgarnituur onmiddellijk, ook wanneer het
slechts oppervlakkige barsten vertoont.
17. Werk nooit boven heuphoogte.
18. Nadat u het gereedschap hebt ingeschakeld,
wacht u tot het snijgarnituur een constant
toerental heeft bereikt alvorens het maaien te
starten.
19. Bij gebruik van het snijgarnituur, zwaait u
het gereedschap gelijkmatig in halve cirkels
van rechts naar links, zoals een zeis wordt
gebruikt.
20. Houd het gereedschap alleen vast bij het
geïsoleerde oppervlak omdat het snijgarnituur
met verborgen bedrading in aanraking kan
komen. Wanneer het snijgarnituur in aanraking
komt met onder spanning staande draden, zullen
de niet-geïsoleerde metalen delen van het gereed-
schap onder spanning komen te staan zodat de
gebruiker een elektrische schok kan krijgen.
21. Schakel het gereedschap niet in wanneer
gemaaid gras verstrikt is geraakt rondom het
metalen snijblad.
58 NEDERLANDS