17026880_0610 B 32_3.book Seite 19 Montag, 28. Juni 2010 8:43 08
7 Gebruik
7.1
In-/uitschakelen
Voorkom dat de machine zo belast wordt dat hij tot
stilstand komt.
Momentinschakeling:
Inschakelen: drukschakelaar (5) indrukken.
230 V: Het toerental kan met de drukschakelaar
worden veranderd.
Uitschakelen: drukschakelaar (5) loslaten.
Langdurige inschakeling
(ALLEEN bij gebruik in de boorhouder):
Inschakelen: drukschakelaar (5) indrukken en vast-
zetten met de vergrendelknop (4).
Uitschakelen: opnieuw de drukschakelaar (5)
indrukken en weer loslaten.
Gebruik de vergrendelknop (4) alleen bij
plaatsing in de boorhouder.
Bij elke machinale stilstand of stroomonder-
breking dient de vergrendelknop (4) te
worden losgezet, om te voorkomen dat de
machine per ongeluk weer aanloopt (gevaar voor
letsel)!
7.2
3-trapsaandrijving
Bedien de schakelknopalleen (6) bij
stilstaande motor.
De gewenste trap kiezen door aan de schakelknop
(6) te draaien.
Eventueel dient het schakelproces te worden
ondersteund door licht aan de boorspindel te
draaien.
7.3
Overbelastingsbeveiliging
De machine is ter bescherming van de bediener,
de motor en het gereedschap uitgerust met een
mechanische overbelastingbeveiliging.
Wanneer het gereedschap plotseling beklemd
raakt, wordt de boorspindel door middel van een
glijkoppeling ontkoppeld van de motor.
De glijkoppeling is bestemd voor het opvangen
van stoten en overmatige belasting. Het is een
hulpmiddel en geen absolute beveiliging, daarom
dient u voorzichtig te boren. Om goed te kunnen
blijven functioneren mag de koppeling max. 2
seconden doorglijden. Bij overmatige slijtage dient
hij in een erkende werkplaats te worden
vervangen.
All manuals and user guides at all-guides.com
7.4
Inzetten van het gereedschap:
deerd wanneer de binnenkegel van de boorspindel
en de kegelschacht van het gereedschap vrij van
vuil en vet zijn.
Gereedschap met kegelschacht MK3 kan direct in
de gereedschapopname (10) worden ingezet.
Voor al het andere inzetgereedschap zie het hoof-
dstuk 10 Accessoires en de afbeelding op pagina
4.
Uitdrijven van het gereedschap:
De uitdrijver - met de schuine kant tegen het
gereedschap - in de sleuf (7) van de machinehals
leiden. Wanneer hij niet in de boorspindel kan
worden ingebracht, dient u hem licht met de hand
te draaien. Het gereedschap uitdrijven door met
een hamer een lichte klap op de uitdrijver te geven.
8 Reiniging
Reinig regelmatig de ventilatiesleuven van uw
elektrische gereedschap.
9 Storingen verhelpen
Inschakelingen genereren kortstondige span-
ningsdips. Bij ongunstige netomstandigheden
kunnen andere apparaten worden beïnvloed. Bij
netimpedanties kleiner dan 0,35 Ohm worden
geen storingen verwacht.
10 Accessoires
Gebruik uitsluitend originele Metabo toebehoren.
Als u toebehoren wilt aanschaffen, doet u dat dan
bij uw leverancier.
Geef het type van uw machine door aan uw lever-
ancier om de juiste accessoires te krijgen.
Zie bladzijde 4.
A Metaalboor met morsekegelschacht
B Kegeldoorn voor boorhouder met binnenkegel
C Tandkransboorhouder mt binnenkegel
D Metaalboor
NEDERLANDS
Inzetten en uitdrijven van het gereed-
schap
Een correcte bevestiging van het gereed-
schap in de boorspindel (9) is alleen gegaran-
Let op! Gereedschap nooit met geweld in de
binnenkegel van de boorspindel drukken!
Gebruik alleen juist en scherp gereedschap.
Machine uitschakelen. Trek de stekker uit het
stopcontact.
NL
19