Aanpassing van de beeldvorm
Controleer het trapeze afstelschema (afb. 5)
X
– onverstandige installatie
– juiste installatie
✓
Projector installatiemethodes
Neem contact op met een professionele installateur om de projector aan het
plafond te monteren. Juiste posities voor de projector (afb. 6):
1.
Plafondbevestiging voor frontale projectie.
2.
Plaatsing van de projector op de voorste projectiestandaard.
3.
Plafondbevestiging voor achterprojectie.
4.
Plaatsing van de projector op een statief met achterprojectie.
Waarschuwing: De projector kan onherstelbaar beschadigd raken als hij
verkeerd is gemonteerd op een plafond of ander oppervlak.
•
Gebruik de projector alleen in een omgeving waar de temperatuur niet
hoger is dan 5°C - 35°C. Doet u dit niet, dan kan de projector uitvallen.
NL
•
Er kunnen storingen optreden als de projector in een stoffige, natte,
vochtige of rokerige omgeving wordt geplaatst.
•
Slechte ventilatie kan oververhitting veroorzaken, wat kan leiden tot
schade aan de projector en levensgevaarlijke situaties.
Bediening van het apparaat
Aan/Uit schakelen
•
Wanneer de projector op een stroombron is aangesloten, gaat hij in
stand-by. Het licht wordt rood.
•
Om de projector aan of uit te zetten, drukt u op de Aan/Uit-schakelaar
op de bovenkant van de behuizing of op de Aan/Uit-knop op de
afstandsbediening. De projector is klaar voor gebruik zoals aangegeven
door het blauwe lampje.
Scherpstelling
•
Plaats de projector zodanig dat de lens loodrecht blijft staan op de muur
of het scherm waarop het beeld moet worden geprojecteerd.
•
Om de scherpte van het geprojecteerde beeld te verbeteren, draait u aan
de scherpstelknop aan de zijkant van de kast tot het beeld scherper wordt.
•
Als het beeld niet loodrecht wordt weergegeven, zal het worden vervormd.