• Stopfor S: lengte van de lijn 0,3 m of 0,6 m of 0,9 m
• Stopfor K / stopfor B: riem met een lengte van 0,3 m.
Verwijderbare riemen codes 42222 of 42232
• Stopfor AP: lengte van de lijn 0,3 m of 0,6 m
• Stopfor P: 0,3 m.
5 5 . . D D e e c c o o n n n n e e c c t t o o r r s s ( ( B B ) )
De bij de lijn bijgeleverde connectors hebben een breekweers-
tand van meer dan 22 kN.
1 1 . . V V e e r r a a n n k k e e r r i i n n g g a a a a n n d d e e s s t t r r u u c c t t u u u u r r ( ( A A ) )
De ankerlijn is bevestigd aan een verankerpunt door een lus en
een connector. Het verankerpunt moet een minimale weerstand
van 10kN hebben.
N.B.: het verankerpunt kan een riem van 0,5 m zijn met een
NL
weerstand van 10 kN (fig B laatste bladzijde).
Het verankerpunt moet zich altijd bevinden
2 2 . . C C o o n n f f i i g g u u r r a a t t i i e e s s v v o o o o r r m m o o n n t t a a g g e e
De stopfor modellen B, S, A en AP en K mogen alleen op een
verticaal hangende ankerlijn of met een maximale hoek van 30°
ten opzichte van het verticaal vlak worden gemonteerd. Praktisch
gezien, respecteert de gebruiker deze voorwaarde door zich niet
te verwijderen van het verticaal vlak van het ophangpunt met een
lengte van meer dan de helft van de hoogte van het ophangpunt
ten opzichte van het vlak van zijn verplaatsing.
• De gebruiker klimt verticaal (0° +/- 30° ten opzichte van het ver-
ticaal vlak), bijvoorbeeld op een metallieke structuur. De anker-
lijn bevindt zich voor hem, hij is met de STOPFOR verbonden
via een lijn van 0,3 m (fig. B, laatste bladzijde). Gebruik voor
deze configuratie de STOPFOR B, K, S, A, AP, P.
• De ankerlijn bevindt achter of tegenover de gebruiker, hij is met
de STOPFOR verbonden via een lijn van 0,3 m, 0,6 m of 0,9 m
naargelang de gebruikte STOPFOR, Fig. C. Gebruik de STOP-
FOR B, K, S, A, AP, P.
• De gebruiker klimt een ladder op, de ankerlijn bevindt zich ach-
ter hem of tegenover hem, hij is met de STOPFOR verbonden
via een lijn van 0,3 m 0,6 m of 0,9 m (naargelang de gebruikte
STOPFOR, Fig.D). Gebruik de STOPFOR B, K, S, A, AP, P.
3 3 . . C C o o n n f f i i g g u u r r a a t t i i e e s s v v o o o o r r m m o o n n t t a a g g e e m m e e t t s s t t o o p p f f o o r r A A P P
• De ankerlijn is verticaal (0° tot 30° in het verhouding tot het ver-
ticaal vlak) opgesteld. Eenmaal de rem geblokkeerd, kan de
gebruiker hangend werken, hij wordt vastgehouden door de
STOPFOR die tegelijk de rol van valbeveiliging waarborgt
(fig.E).
De ankerlijn mag geen speling vertonen tussen het
verankerpunt en de STOPFOR. Men moet ervoor zorgen
dat de lengte van de ankerlijn voldoende is.
4 4 . . V V r r i i j j e e v v a a l l h h o o o o g g t t e e ( ( F F i i g g . . A A l l a a a a t t s s t t e e b b l l a a d d z z i i j j d d e e ) )
De valhoogte moet minstens gelijk zijn aan valhoogte L=L1 (leng-
te van de riem 0,3 m, 0,6 m of 0,9 m) + L2 (remafstand 1 m) +
L3 (lengte van de riem 0,3, 0,6 of 0,9 m) + 1 m veiligheid.
5 5 . . G G e e b b r r u u i i k k s s o o m m g g e e v v i i n n g g
• de gebruikelijke omstandigheden op een werf in open lucht,
• een temperatuurbereik begrepen tussen -40°C en +60°C,
• de omstandigheden in zeemilieu,
18
All manuals and user guides at all-guides.com
Installatie
OPGELET
boven de operator.
OPGELET
• bij werken waarbij men producten projecteert (verf, zandstra-
len...) dient het toestel tegen de introductie van het product in
de stopfor te worden beschermd.
6 6 . . R R e e d d d d i i n n g g s s o o p p e e r r a a t t i i e e s s
De reddingsoperaties die voorzien moeten worden in geval van
een door de stopfor gecontroleerde val, moeten voorafgaand
onderwerp hebben uitgemaakt van een geprogrammeerde studie
om de menselijke middelen en de materialen te bepalen die
gebruikt moeten worden om een slachtoffer binnen een termijn
van minder dan 15 minuten te redden. Als deze termijn verstre-
ken
is,
verkeert
deze
Onderzoek vóór gebruik
Controleer:
• of de behuizing of de zijstukken geen beschadiging vertoont;
• visueel de staat van de ankerlijn en van de lijn;
• de doeltreffendheid van de blokkering van de stopfor, gemon-
teerd op de ankerlijn, door een krachtige ruk aan het toestel in
de tegenovergestelde richting dan deze aangeduid door de pijl
die zich op de behuizing bevindt;
• doe de hendel naar boven draaien en controleer het loskomen
van de klembek en de verplaatsing van de STOPFOR op de
ankerlijn;
• de installatieomstandigheden van het systeem (zie hoofdstuk
"installatie");
• of de STOPFOR correct op de ankerlijn is georiënteerd;
• de staat van de samenstellende onderdelen, harnas en
connectors.
Gebruiksvoorwaarden
De gebruiker verbindt de STOPFOR op zijn harnas via de lijn (L).
Hij installeert de STOPFOR op de ankerlijn (c).
De hierna te volgen procedure is onderstaand beschreven:
Voor de stopfor A, S, AP
• Open het toestel door met de linkerhand op het slot te drukken
en draai de gekartelde knop met de rechterhand los;
• De STOPFOR moet op de ankerlijn gemonteerd zijn zodanig
dat de pijl naar boven is gericht, toestel vergrendeld. Als de pijl
naar beneden is gericht, verhindert het polariserend slot de
sluiting van het toestel;
• Plaats de ankerlijn in de carter; sluit en draai de gekartelde
knop krachtig vast.
In geval van een val sopt de STOPFOR automatisch de val.
Voor de stopfor K / stopfor B
• Open het toestel door het mobiel zijstuk te doen draaien.
• Kantel de nok aan de hand van de stift om de doorgang van de
ankerlijn te bevrijden.
• Plaats de ankerlijn tussen de afknijping en de nok.
• Sluit het mobiel zijstuk tot aan de aanslag van de afknijping.
• Plaats de connector M10 in de gaten van de TWEE vaste en
mobiele zijstukken hetgeen de vergrendeling van het toestel
mogelijk maakt.
• De stopfor moet op de ankerlijn georiënteerd zijn met de pijl
naar boven gericht, het toestel vergrendeld.
Bij een val, stopt de stopfor automatisch de val.
Opslag
De STOPFOR, de lijn en de ankerlijn dienen opgeslagen te wor-
den op een tegen licht en vocht beschermde plaats en aan een
temperatuur begrepen tussen -40°C en 60°C.
persoon
in
levensgevaar.