Druk op het uitgeschakelde apparaat tegelijk op de toetsen „M" en „+", om toegang te
krijgen tot de parameterinstelling.
Nu kunt u met de toets M bij de afzonderlijke parameters komen (01 – 08).
Als u een andere instelling wilt maken, wijzigt u de waarde met "+" en "-".
Nr.
01
02
03
04
05
06
08
Met de vooraf gedefinieerde temperatuurinstellingen kunt u met een druk op de knop de
gewenste instelling kiezen.
Afb. A
De temperatuurmodi kunnen met de volgende stappen worden ingesteld:
- Houd de toets M op het ingeschakelde apparaat ongeveer 3 seconden ingedrukt.
De comfortmodus (afb. A) wordt weergegeven.
De comfortfunctie wordt als symbool ( ) weergegeven (bijv. 25.5°C).
Verander de temperatuurinstelling met de toetsen + en -.
- De energiebesparingsmodus wordt door het indrukken van toets M weergegeven (afb. B).
De energiebesparingsfunctie wordt als symbool ( ) weergegeven (bijv. 20.5°C).
Verander de temperatuurinstelling met de toetsen + en -.
- De vakantiemodus wordt door het indrukken van toets M weergegeven (afb. C).
De vakantiefunctie wordt als symbool ( ) weergegeven (bijv. 10°C).
Verander de temperatuurinstelling met de toetsen + en -.
PARAMETERINSTELLING
Punt
Temperatuurkalibratie
Bovenste temperatuurgrens
Onderste temperatuurgrens
Vorstbescherming (wanneer moet het
apparaat aangaan)
Instelling van de temperatuur toename
Vorstbescherming aan/uit
Softwareversie
VOORINSTELLING TEMPERATUURMODUS
Afb. B
[ NL ● 30 ]
Version: 8.0
19.10.2017
Bereik
-9
C - +9
C
0
0
5
C - 35
C
0
0
5
C - 35
C
0
0
5
C - 10
C
0
0
0,5 - 2
0: AAN 1: UIT
10073
Afb. C