Elektrische installatie
De elektrische installatie mag uitsluitend door een
elektromonteur worden uitgevoerd! Daarbij moeten de
voorschriften volgens IEC 60364-7-701 (komt overeen met
VDE 0100 deel 701) alsmede alle nationale en lokale
voorschriften in acht worden genomen.
Er mogen alleen waterbestendige ronde kabels met een
buitendiameter van max. 6,0 tot 8,5mm worden gebruikt.
Installatie
Monteer altijd een servomotor en elektronicamodule uit
dezelfde verpakkingseenheid (af fabriek gekalibreerd).
Voor de kabel tussen de schakelende voeding en de elektronica
is een lege buis vereist
Bepleister de muur en breng tegels aan tot tegen de
beschermkap.
Bediening
zie de technische productinformatie, 99.0438.xxx.
Instelmodus activeren
Onderbreek de voeding op de elektronica en herstel deze
na 10 sec.
Storing / Oorzaak / Oplossing
Storing
LED in de elektronica blijft
na het kalibreren knipperen
Geen spoeling
Water stroomt continu
Onbedoelde spoeling
Te weinig spoelvolume
9
Oorzaak
• Obstakel bij het kalibreren
• Servomotor defect
• Geen spanning (LED in de elektronica
knippert niet)
• Elektronica defect (LED knippert niet
of brandt constant)
• Servomotor defect
• Aansluitstekker heeft geen contact
• Het detectiebereik van de sensoren is te
klein ingesteld
• Servomotor en elektronica zijn onderling
niet gesynchroniseerd
• Watertoevoer onderbroken
• Afsluiter sluit niet
• Het detectiebereik van de sensoren
is te groot ingesteld
• Servomotor defect of niet gekalibreerd
(draaibeweging wordt niet compleet
uitgevoerd)
• Er blijft teveel water achter in het
spoelreservoir
• Er zit te weinig water in het spoelreservoir
In de instelmodus brandt het controlelampje in de sensoren, als
bij het naderen van de kraan het detectiebereik wordt bereikt.
De instelmodus eindigt automatisch na 3 minuten.
Onderhoud
• Sluit de watertoevoer af
• Schakel de voeding uit
• Controleer, reinig en vervang eventueel alle
onderdelen.
Servomotor kalibreren
Attentie: de servomotor moet buiten het spoelreservoir
worden gekalibreerd!
Batterij
Batterij maximaal 3 jaar na ingebruikname van de kraan
vervangen.
Reiniging
De aanwijzingen voor de reiniging van deze kraan vindt
u in het bijgaande onderhoudsvoorschrift.
Aanwijzingen voor afvalverwerking
Apparaten voorzien van dit pictogram horen niet thuis in
het restafval, maar moeten volgens de nationale
voorschriften gescheiden worden ingeleverd.
Oplossing
- Systeem opnieuw kalibreren, daarbij nagaan
of er zich geen obstakel in het verstelbereik van
de servomotor bevindt
- Servomotor vervangen
- Voeding inschakelen of schakelende voeding
vervangen
- Elektronica vervangen
- Servomotor vervangen
- Stekkerverbinding in elkaar steken
- Detectiebereik met afstandsbediening (speciaal
toebehoren 36 407) vergroten
- Servomotor kalibreren
- Voorafsluiter in spoelreservoir openen
- Afsluiter onderhouden of vervangen, zie
Technische productinformatie van het
spoelreservoir
- Servomotor kalibreren
- Een tegenoverliggend object wordt
gedetecteerd. Detectiebereik met
afstandsbediening (speciaal
toebehoren 36 407) verkleinen
- Servomotor vervangen of kalibreren
- Restwaterschuif op de afsluiter omlaag schuiven
- Vlotter van het vulventiel omhoog draaien
20