All manuals and user guides at all-guides.com
1 ALGEMEEN
Dit symbool geeft een WAARSCHU-
WING weer. Als de instructies niet
nauwkeurig worden opgevolgd, kan dit
leiden tot verwondingen en/of schade.
Voordat u deze machine in gebruik
neemt, moet u de gebruiksaanwijzing
en de meegeleverde "VEILIGHEIDS-
VOORSCHRIFTEN" zorgvuldig
doornemen.
2 MONTAGE
Om verwondingen en schade te voorko-
men, dient u de machine niet te gebrui-
ken voordat alle aangegeven
maatregelen in deze gebruiksaanwij-
zing zijn opgevolgd.
2.1 Accessoires
Bij de machine wordt een plastic tas geleverd met
daarin alle onderdelen die vóór gebruik gemon-
teerd moeten worden. De tas bevat de volgende on-
derdelen (afb. 1):
AanduidingAantalOmschrijving Afmeting
A
1
Afstandsring
16 x 38 x 0,5
B
1
Afstandsring
16 x 38 x 1,0
C
1
Spanpin
6 x 36
D
1
Reservesleutel
E
4
Schroef
8 x 20
F
2
Borstring
G
4
Ring
8,4 x 24 x 2,0
H
2
Knop
I
2
Schroef (Royal)
J
1
Accuriem
K
1
Trekplaat
2.2 Verwijzingen
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding
zijn genummerd met 1, 2, 3 etc.
Onderdelen in afbeeldingen worden aangegeven
met A, B, C etc.
Een verwijzing naar onderdeel C in afbeelding 2
wordt als volgt weergegeven: "2:C".
2.3 Motorkap (2:M)
Om de motor en de accu te kunnen inspecteren en
onderhouden, verwijdert u de kap. De motor mag
niet draaien als u de kap verwijdert.
Kap verwijderen:
1. Klap aan de achterzijde de beide vergrendelin-
gen van de kap naar buiten (afb. 2).
NEDERLANDS
2. Trek de motorkap eerst iets terug. Til de kap
daarna omhoog.
Kap terugplaatsen:
1. Kantel de stoel naar voren.
2. Zorg dat de pennen boven aan de voorzijde van
de kap tegenover de gaten in de rand van het
chassis hangen (afb. 3). Laat een tussenruimte
van ongeveer 2 cm over.
3. Geleid de conische pennen in de openingen in de
rand van het chassis. Druk de hele kap nu naar
voren.
5. Klap de beide vergrendelingen weer naar bene-
den (afb. 2).
De machine alleen gebruiken met geslo-
ten en vergrendelde kap. Anders be-
staat er een kans op brandwonden en
kunt u bekneld raken.
2.4 Accu
Overlaad de accu nooit. Overladen kan
de accu beschadigen.
Zorg dat de accupolen geen kortsluiting
maken,want dan kunnen er vonken en
brand ontstaan. Zorg dat metalen siera-
den niet in contact kunnen komen met
de accupolen.
Als er schade is ontstaan aan de behui-
zing, het deksel of de contactpunten van
de accu of als er interferentie optreedt
bij de strip die over de kleppen ligt,
moet de accu vervangen worden.
De accu wordt gereguleerd door kleppen en geeft
een uitgangsspanning van 12 V. De accuvloeistof
kan en mag niet worden gecontroleerd of aange-
vuld. U hoeft de accu alleen maar op te laden, bij-
voorbeeld als u deze lang niet hebt gebruikt.
De accu moet volledig zijn opgeladen
voordat u deze voor de eerste keer gaat
gebruiken. De accu moet altijd volledig
opgeladen worden bewaard, anders
kan deze beschadigd raken.
2.4.1 Accu opladen met motor
De accu kan als volgt worden opgeladen met de
dynamo van de motor.
1. Plaats de accu in de machine zoals hieronder af-
gebeeld.
2. Zet de machine buiten of zorg dat de uitlaatgas-
sen kunnen worden afgevoerd.
3. Start de motor volgens de instructies in de hand-
leiding.
4. Laat de motor 45 minuten lopen.
5. Zet de motor af. De accu is nu volledig opgela-
den.
NL
19