Waterzijdige aanbevelingen :
Het ontwerp van de waterzijdige installatie is een
bepalende factor voor het goed functioneren van de
installatie. Zorg voor goed geplaatste en voldoende
syphons, vuilvangfilters, correct geïnstalleerde
ontluchtingen bovenin het circuit, inregelafsluiters
op elke fan coil unit en inblokafsluiters indien
noodzakelijk.
Waterfiltering : het is noodzakelijk te zorgen voor
een efficiënt waterfiltersysteem (advies 0.5 mm) in
het leidingnetwerk.
Spoelen : het is van essentieel belang de
installatie volledig te spoelen en het water zo te
behandelen dat visieke en chemische vervuiling
van het circuit wordt tegengegaan.
Tijdens het spoelen van het systeem moet het
waterregelventiel van uw unit open staan om
opeenhoping van sediment en onzuiverheden in de
batterij tegen te gaan :
- Thermische ventielen : de klepmotor moet
verwijderd worden. Vergeet niet deze terug te
plaatsen na vullen met water en spoelen.
- 3punts aangestuurde ventielen : de opening van
de klep geschiedt handmatig en zonder spanning
met een Allen sleutel van 3 mm.
Vullen met water : ontlucht de batterijen tijdens
inbedrijfstelling
Functioneringsadvies : bij ventielen voorzien
van thermische motoren ervoor zorgen dat de
omgevingstemperatuur van de motor niet boven de
50°C
uitkomt
om
ongewenste momenten tegen te gaan. Risico waar
vooral rekening mee gehouden moet worden bij
units in gesloten ruimten (bijv : units geïnstalleerd in
tussenplafond)
Ciat
stelt
zich
beschadiging aan ventielen te wijten aan een
ontwerpfout van het koudwatercircuit of een
fout bij de inbedrijfname.
Om elk risico van condensatie te voorkomen bij
gebruik toestel met ijswater is het noodzakelijk de
leidingen voldoende te isoleren tot de regelkraan.
Bij toepassing van koude batterij en elektrische
verwarming, raden wij het gebruik van kunststof
buizen af. In geval van oververhitting der elektrische
weerstand
kunnen
beschadigd
worden en zelfs smelten met alle
gevolgen hieraan verbonden. Bij alle andere
toepassingen is het gebruik van soepele slangen
met inox tralie aan te bevelen.
risico's
van
openen
niet
aansprakelijk
deze
kunststof
Condensaat opvang bak
Een ABS condensbak, hellend geplaatst zonder
water
stagnatie
COMPACT, voorzien van een uitlaat en een stop
(fig. 5) Het condenswater wordt afgevoerd via de
uitlaat aansluiting diam. 15, 16 of 28 mm. Een 4°
aansluiting 22 mm is voorzien. De aansluiting kan
vooraan of achteraan door wisseling der stukken
(fig.5d) . Bij condens afvoer naar achterkant toestel
zal deze voor het elektrisch bord komen, enkel de 2
bovenste schroeven worden dan gebruikt op
elektrisch bord. (fig.5c).
De condens afvoer (fig 5a) kan individueel per
toestel
gebeuren
gezamenlijk. Gebruik een doorschijnende of vaste
leiding (fig 5b) met een daling van 1 cm/m, constant
over het volledig traject. Voorzie een hevel van min.
5 cm om reukhinder te voorkomen.
Condensaat pomp
Een condens pomp kan gemonteerd worden op de
UTA COMPACT. Technische gegevens pomp: 10 W
debiet 8 l/h, opvoerhoogte 6m. Sluit de pomp aan
op de afvoer via een doorschijnende plastiek buis
diam. 6 mm ( niet geleverd) (fig.5b). Deze leiding
niet bevestigen op toestel. Elektrisch verbinden
pomp volgens bijgeleverd schema.
Montage verse lucht name
met of zonder debiet regelaar
(fig.7)
7a verwijder de voorgeponste plaat.
op
7b De isolatie wegsnijden in de vrijgekomen
opening.
7c Bevestig de verse lucht name met of zonder
debiet regelaar met de 4 geleverde schroeven.
7d Verwijder eventueel de blokkeer ringen om een
vooropgesteld debiet te bekomen volgens schema
voor
op toestel.
7e 2 blokkeer ringen voor min debiet,1 ring voor
gemiddeld debiet, geen ringen voor max debiet.
Om een juist luchtdebiet te bekomen dient de
voordruk zich tussen 50 & 100 pa te bevinden.
Gelieve de aanduiding ONDER op regelaar
respecteren.
Let op : er wordt geadviseerd te werken met een
percentage verse lucht <20%
Plaatsen gemotoriseerde
buizen
luchtklep (fig.8)
Om luchtklep te bevestigen (fig8), duw deze in het
aansluitkader. Om loskomen te vermijden is het aan
te raden een schroef te plaatsen tussen de 2
elementen. Respecteer de aansluitrichting der
luchtklep (fig.8a).
25
is
gemonteerd
in
of
op
een
hoofdleiding
de
UTA
te