Koelleidingen of componenten moeten zo worden geïnstalleerd dat ze niet
gemakkelijk kunnen worden blootgesteld aan stoffen die componenten met
koudemiddel zouden kunnen corroderen, behalve wanneer die componenten
zijn gemaakt van materialen die inherent bestand zijn tegen corrosie, of die
voldoende zijn beschermd tegen dergelijke corrosie.
(8) Reparatie en onderhoud van elektrische componenten moet mede bestaan uit
procedures voor het van tevoren controleren van de veiligheid en inspecteren
van de componenten. Als er een fout optreedt die de veiligheid in het geding zou
kunnen brengen, dan mag de schakeling niet van stroom worden voorzien tot
deze fout correct is hersteld. Als de fout niet onmiddellijk kan worden hersteld,
maar het toch noodzakelijk is om door te gaan met de werkzaamheden, dan moet
een adequate tijdelijke oplossing worden gebruikt. Dit moet worden gerapporteerd
aan de eigenaar van de apparatuur zodat alle partijen op de hoogte zijn.
De veiligheidscontroles van tevoren moeten in ieder geval omvatten:
Controle dat alle condensators ontladen zijn. Dit moet op een veilige manier
gebeuren om te voorkomen dat er vonken kunnen overslaan.
Of er geen stroomdragende elektrische componenten en draden blootliggen
tijdens het bijvullen, legen, doorspoelen of ontluchten van het systeem.
Of de aardaansluiting correct werkt.
Bij reparaties aan afgesloten componenten moet alle stroomvoorziening worden
losgekoppeld van de apparatuur waaraan gewerkt wordt voordat er afgesloten
deksels enz. worden verwijderd.
Er moet in het bijzonder worden gelet op het volgende om er zeker van te kunnen
zijn dat bij het werken aan elektrische componenten de behuizing niet zodanig
wordt veranderd dat het veiligheidsniveau er negatieve invloed van ondervindt. Dit
houdt onder meer in beschadiging van kabels, een te hoog aantal verbindingen,
aansluitingen die niet voldoen aan de oorspronkelijke specificaties, beschadiging
van afdichtingen, niet goed passen van wartels enz.
Zorg ervoor dat de apparatuur goed is bevestigd.
Zorg ervoor dat afdichtingen of afdichtingsmaterialen niet zodanig verslechterd
zijn dat ze niet langer beantwoorden aan hun doel van het voorkomen van
binnentreden van brandbare gassen.
Vervangingsonderdelen moeten beantwoorden aan de specificaties van de fabrikant.
OPMERKING:
Gebruik van een siliconenafdichting kan een negatieve invloed hebben op de
effectiviteit van bepaalde typen apparatuur voor het detecteren van lekken. Intrinsiek
veilige componenten hoeven niet te worden geïsoleerd voor eraan gewerkt wordt.
Pas geen permanente inductieve of capacitieve belasting toe op de schakeling zonder
ervoor te zorgen dat dit het toelaatbare voltage en de toelaatbare stroomsterkte zoals
op dit moment toegelaten voor de gebruikte apparatuur overschrijdt.
Intrinsiek veilige componenten zijn het enige type waaraan gewerkt kan worden in
een ontvlambare atmosfeer.
De testapparatuur moet van het juiste type en de juiste classificatie zijn.
Vervang componenten uitsluitend door onderdelen die gespecificeerd worden door
de fabrikant. Niet door de fabrikant gespecificeerde onderdelen kunnen leiden tot
lekkage van koudemiddel en mogelijk tot brand.
VERWIJDEREN VAN APPARATUUR EN KOUDEMIDDEL
LET OP
Wanneer het koelcircuit opengemaakt moet worden om reparaties te verrichten –
of om enige andere reden – dienen de normale procedures te worden gevolgd.
103