• Als u een netwerk selecteert dat met WEP is beveiligd, typt u de WEP (beveiligings)-sleutel
en tikt u op Verbinding maken.
4. Wanneer uw apparaat verbinding heeft met een draadloos netwerk, wordt het WLAN-
pictogram (
balken).
De volgende keer dat uw apparaat verbinding maakt met een beveiligd draadloos netwerk dat
u eerder hebt gebruikt, wordt u niet meer gevraagd om de WEP-sleutel in te voeren, behalve
wanneer u de fabrieksinstellingen van uw apparaat terugzet.
• Bluetooth
Bluetooth werkt op het apparaat in drie verschillende modi:
• Uit: (standaard) Bluetooth is uitgeschakeld. U kunt geen gegevens verzenden en ontvangen
met Bluetooth.
• Vindbaar: Bluetooth is ingeschakeld en alle andere Bluetooth-apparaten kunnen uw apparaat
detecteren.
Tip Tik in het menu Instellingen op Bluetooth > Menu (
om de tijd in te stellen dat het apparaat zichtbaar is.
• Aan: Bluetooth is ingeschakeld en het apparaat kan de andere Bluetooth-apparaten
detecteren, maar niet omgekeerd.
Tik op de knop Bluetooth UIT/AAN in het menu Instellingen om Bluetooth in te schakelen.
Als Bluetooth is ingeschakeld, wordt het Bluetooth-pictogram (
statusbalk.
Bluetooth-apparaten koppelen:
1. Als Bluetooth is ingeschakeld, scant het apparaat automatisch naar beschikbare Bluetooth-
apparaten. Tik op het Bluetooth-item om de lijst met Bluetooth-apparaten binnen bereik
weer te geven.
Tip: Tik op APPARATEN ZOEKEN als u opnieuw wilt zoeken naar Bluetooth-apparaten binnen
het bereik.
2. Tik op een apparaat in de lijst om het koppelen te starten.
3. Typ als daarom wordt gevraagd de PIN-code en tik op OK.
4. Typ op het andere apparaat de PIN-code van uw apparaat om de koppeling te accepteren.
5. Na voltooiing van het koppelen kunt u gegevens delen tussen de apparaten.
All manuals and user guides at all-guides.com
) weergegeven in de statusbalk en ziet u de signaalsterkte (aantal verlichte
) > Time-out voor zichtbaarheid
) weergegeven in de
nl
69